Op 30 april 1956 schreef W.J. de Koning naar de heer van Drunen, om de eerste 41 leden van “Het Instrument” door te geven. Deze leden moesten voor 1 mei 1956 aangemeld zijn, om formeel de eigen beurs te starten. De brief waarmee dat is gebeurd is rijkelijk gevuld met zakelijke hoffelijkheden en het taalgebruik van de jaren vijftig van de vorige eeuw. Op 6 april 1956 zijn de statuten bij notariële acte verleden. De 41 oerleden wensten een eigen koers van hun vakbeurs. Daarom namen zij het heft in eigen hand met het opstarten van een vereniging, die het belang van de leden altijd voorop zou stellen.
Door: Paul Petersen
Van de eenenveertig bedrijven die “Het Instrument” hebben opgezet, zijn nog eenentwintig bedrijven lid en zes bedrijven daarvan met dezelfde bedrijfsnaam. Ieder bedrijf heeft zijn eigen geschiedenis met overnames en strategische wijzigingen achter de rug, maar een sterke ruggengraat uit de oorsprong vormt dus nog steeds een basis binnen het huidige FHI.
De aanleiding voor deze bedrijven om zich te verenigen was de start van De Vochema, van 21 tot en met 29 Oktober in Ahoy. Even een directe quote uit het Chemisch Weekblad van 29 november 1952: “De Vochema 1952, de ‘eerste gespecialiseerde beurs voor machines en apparaten voor de industriële productie en conditionering in de voedings- en genotmiddelenindustrie, de chemische en pharmaceutische industrie, welke van 21-29 October in de Ahoy-hallen te Rotterdam gehouden werd, maakte een uitnemende indruk. Ca. 100 fabrikanten en importeurs toonden hier hun voor de Nederlandse industrie bestemde producten, machines en apparaten voor fabriek èn laboratorium.”
In 1954 verhuisde Vochema naar de Jaarbeurs en onze leden zagen een grote versplintering van inter- en nationale beurzen rondom hun vakgebied ontstaan. In 1953 probeerde een groep bedrijven dit tegen te houden, waarbij het alternatief een heel klein onderdeel van een grotere beurs zou opleveren. Met veel vergader en na diverse nette brieven werd het de groep oerleden duidelijk dat er met ze gesold werd.
Dat duurde drie jaar. In 1954 hadden ze al een onafhankelijke beurs willen organiseren, maar uiteindelijk werd de vereniging in het voorjaar van 1956 gestart, om in het najaar van 1956 de eerste editie te organiseren. De heer J.J. du Mee schreef op 21 maart 1956 het volgende, wat karakteristiek voor de cultuur van FHI genoemd kan worden:
“Zeer geachte heer van Drunen,
Zoals ik u reeds telefonisch mede deelde laat het probleem Achema-Jaarbeurs mij niet los en ben ik thans tot de definitieve mening gekomen om ons verder door wie dan ook niet van ons eenmaal genomen besluit af te laten brengen en de tentoonstelling te houden in de Apollo-Hal.
De tijd is te kort en te kostbaar om verder te argumenteren en stel ik U voor alles zo te regelen dat wij op 29 Maart a.s. verdere definitieve stappen en maatregelen in deze richting kunnen nemen.
Daar het plan op de algemene vergadering toch eigenlijk ‘bejubeld’ is ben ik overtuigd dat wij op deze manier zeer zeker in het belang van de toekomstige leden handelen hetgeen toch zeker doorslaggevend moet zijn.
Ondanks dat ik zeer druk bezet ben wil ik met genoegen eventuele noodzakelijke opdrachten, waarmede ik U zou kunnen ontlasten, met genoegen voor U uitvoeren en zie Uw bericht dan wel tegemoet.
Inmiddels verblijf ik,
hoogachtend,J.J. du Mee”
Het bedrijf van J.J. du Mee is uiteindelijk onderdeel van Eppendorf, een actueel bestuurslid van de branche Laboratorium Technologie, geworden. Deze brief is kenmerkend. Natuurlijk hebben de bedrijven diverse discussies gehad, maar na het genomen besluit volgen we de lijn die met enthousiasme is onthaald. Standvastigheid in het belang van de leden.
Daarnaast herkenden deze bedrijven een belangrijke ontwikkeling, die niet automatisch door andere verenigingen werden gezien. Het contact tussen klanten en leden is van strategisch belang. Natuurlijk. Het ligt voor de hand, maar zeer veel verenigingen hebben hun beurzen van de hand gedaan en in deze tijd zijn er veel bedrijven die hun digitale contacten met klanten uitbesteden. De huidige (bestuurs-)leden zien echter de importantie nog steeds helder voor ogen en er wordt daarom in het belang van de leden gehandeld.
Deze kracht van “Het Instrument” kan nooit onderschat worden. Samen sterk is geen loze kreet. Het wordt al vijfenzestig jaar geconcretiseerd.
In de jaren zestig, zeventig en tachtig groeide de beurs Het Instrument uit tot de grootste vakbeurs binnen het vakgebied. In de landen om ons heen, met name in Duitsland, waren de beurzen vanzelfsprekend groter en daar werden innovaties eerder getoond. Daarom was in die tijd een goede afstemming met de internationale agenda van belang. Lidmaatschap en het uniek tonen van innovaties werden voorwaarden bij deelname aan de beurs. Dergelijke krachten zijn in de jaren negentig weggevaagd.
Ten eerste werd alles minder uniek en exclusief. Ten tweede ontstonden diverse kleinere beurzen, die door FHI roadshows werden genoemd, om specifieke productgroepen op hun eigen markten aan te laten sluiten. Vanaf de jaren negentig tot aan nu is er een veelvoud aan events ontstaan, die FHI in 2020 omgezet heeft naar digitale versies om kennis tussen leden en hun klanten over te dragen. Ten derde werd internet in de jaren negentig een wezenlijk middel om contacten te leggen. De online vindbaarheid is een cruciaal onderdeel van het huidige marktsucces. Dezelfde krachten uit 1956 tonen zich nu met andere spelers en begin 2021 heeft FHI een strategie ingezet met een sterke digitale aanwezigheid. Met de leden, voor de leden en hun klanten.
Met die eenheid waren we in 1956 sterk en ook nu kunnen de 800 FHI-leden samen sterker en onafhankelijker in de markt opereren. De tijd is te kort en te kostbaar om verder te argumenteren: juist nu is het van groot strategisch belang om samen te werken.