Column Kees Groeneveld, FHI
e-totaal
“De ellende voor planologen is dat mensen geen aardappelzakken zijn”. Met dat statement ben ik opgevoed in mijn studie planologie aan de Universiteit van Amsterdam. Schoot me weer te binnen tijdens een ‘consultatiesessie’ over de Nationale Wetenschapsagenda. Een uitgelezen gezelschap dat zich betrokken weet bij de formulering en uitvoering van het overheidsbeleid voor wetenschap en technologie was uitgenodigd om feedback te geven op allerlei ideeën voor de toekomst. Als het volgende kabinet een miljard extra uit kan gaan geven aan onderzoek, al dan niet samen met het bedrijfsleven, welke onderzoek zou dan prioriteit moeten krijgen?
Vorig jaar april werd letterlijk iedereen uitgenodigd vragen in te dienen die de wetenschap richting zouden kunnen geven. Wat willen we weten, uitgezocht hebben? Twaalfduizend, 12.000, vragen werden er ingediend. Na een heel proces van jurering en conferenties rond die vragen werden in november 2015 de ‘pijlers’ voor de wetenschapsagenda aangeboden aan het kabinet. Daarna, in de voorjaarsmaanden van 2016 werden er ‘routes’ geformuleerd, vierentwintig in totaal. Elke route werd opgesteld met steeds een hele groep mensen uit dat enorme netwerk van betrokkenen bij wetenschap en technologie. Laat ik er een paar noemen: personalised medicine; big data verantwoord gebruiken; smart industry; smart liveable cities; energietransitie; de quantum-/nanorevolutie; materialen; meten en detecteren.
Dat klinkt voor ons in de technologiewereld niet zo heel verrassend. Maar dan: veerkrachtige en zinvolle samenlevingen; tussen conflict en coöperatie; jeugd en onderwijs. Wat moeten exacte wetenschappers, techneuten met dergelijke onderwerpen, voor ons vage routes?
Nu was er in het voorjaar van 2015 al wat rumoer. In de pers werd gemeld dat elke burger van Nederland werd uitgenodigd input aan te leveren voor de Nationale Wetenschapsagenda. Met nadruk vroeg men om maatschappelijke thema’s. Alfa- en gamma-onderwerpen werden ingewacht.
Welnu, wat blijkt? In de discussies waar ik dus bij was, de consultatiesessies, bleek dat de routes die zijn geformuleerd steeds gaan over harde wetenschap, technologie, ja zeker, maar ook steeds over de maatschappelijke impact, het draagvlak, het menselijk gedrag. En hoe werd dat ervaren door de overwegend bèta georiënteerde aanwezigen? Verrassend positief, verrijkend zelfs. Af en toe kwam de economie om de hoek. Niet nieuw zou je zeggen sinds de overheid dit soort trajecten gebruik om geld los te krijgen van bedrijven.
Nee, dat was zeker niet nieuw. Maar, nu bleek duidelijker dan ooit, dat economie, het omgaan met geld, niet tot de exacte wetenschap behoort. ‘Wie gaat dat betalen?’ is een gedragswetenschappelijke vraag, net zo goed als de vraag of mensen wel gaan wonen daar waar de plannenmakers denken dat het goed voor ze is. Welke technologie gaan mensen wel en welke gaan ze niet accepteren? Hoe gaan hackers zich gedragen? Wie is er eigenlijk in staat en bereid om het onderzoek te gaan doen waarvan we denken dat het gedaan zou moeten worden?
Inderdaad mensen zijn geen aardappelzakken.
We kunnen het heel logisch, rationeel vinden dat we allemaal overstappen op duurzame energie. Maar als Iran weer volop olie gaat produceren, dan bepaalt de wereldmarkt, ook een gedragsmechanisme, dat de investering niet wordt gedaan. “Ja, als we de energieprijs laag maken voor duurzame energie, dan gaat iedereen die energie gebruiken.” “Nee, als de energieprijs te laag is, investeert niemand meer in alternatieve energiebronnen of energiebesparende maatregelen.”
En als we het kiezen van onderzoeksthema’s eens overlaten aan de slimme wetenschappers? Dan gaan ze onderzoek doen dat ze ‘leuk’ vinden. Weer zo’n gedragswetenschappelijke term.
De voorzitter van de dag, Rob Hamer van Unilever, stelde de vraag of iemand echte ‘game changers’ had ontdekt tijdens de sessies. Toen het een beetje stil bleef noemde hij in zijn afronding zelf die grote game changer: de alfa, bèta en gamma wetenschappen worden uitgedaagd samen onderzoeksdoelen en trajecten uit te zetten. Dat past in de tijdgeest, ook weer zo’n gedragsbegrip.
Maar de grootste game changer zou weleens kunnen worden dat economie weer echt haar wetenschappelijk correcte plaats gaat innemen, inderdaad aan de alfa/gamma kant. Economie is gedrag.