Het is natuurlijk al lang geen modewoord meer, maar ik wil er toch wat over schrijven. De boodschap van disruptieve innovaties is – en blijft – dat nieuwe technologie en waarschijnlijk een nieuwe vorm van organiseren de oude aanpak overbodig maakt. Aan de ene kant boezemt dat angst in. De retail en specifiek Vroom & Dreesmann zagen misschien wel te laat in, dat de markt aan het veranderen was.
Paul Petersen Directeur FHI |
Aan de andere kant biedt dat technologiebedrijven juist kansen. De vraag is dan wel: aan welke kant? Tijdens het IT Room Infra event sprak John Laban over de ontwikkelingen bij datacenters en hij waarschuwde het publiek, ‘software eats hardware’. Als een businessmodel voor datacenters en computerruimtes gebaseerd is op hardware, dan klinkt dat disruptief maar niet op een fijne manier.
Zo hebben we ook sprekers gehad over de waterstofeconomie, fotonica, Internet of Things voor LED’s, gebouwen, steden en de procesindustrie. Op alle fronten van de technologie binnen de FHI-branches zijn vernieuwingen aan de gang, die de wereld drastisch lijken te veranderen. Ik merk ook dat de drukte bij de leden gigantisch is en dat gaat natuurlijk samen met de economische ontwikkelingen.
Collectiviteit biedt kansen
De collectiviteit van technologie bedrijven biedt een basis om kansen te benutten. Als er specifiek naar IoT-toepassingen gekeken wordt, komen er verschillende voorbeelden voorbij, waarin leden uit diverse branches elkaar weten te vinden. Datzelfde heb ik onlangs gemerkt bij het thema Smart Battery Technology. Leden uit verschillende communities komen misschien per ongeluk opeens bij elkaar.
In 2018 worden thema’s die over de branches heen relevant zijn bespreekbaar gemaakt. FHI organiseert netwerkmomenten om gebruik te maken van de deskundigheden en kwaliteiten van leden onderling. Het grijpen van kansen met disruptieve technologie heeft ook gewoon een gezonde basis en continuïteit nodig.
Paul Petersen