Nu moment voor nieuwe politieke agenda
overheidsgebouwen en energie, technologie en commissioning
D66 runner-up voor de Tweede Kamerverkiezingen, Stientje van Veldhoven, heeft twijfels over het realiteitsgehalte van duurzaamheidbeloftes rond gebouwen. Het interview met haar in Signalement van vorig jaar augustus was aanleiding voor een werkbezoek bij twee FHI bedrijven, om helder te krijgen hoe technologie kan helpen de doelen werkelijk waar te maken. En wat moet er dan in Den Haag gebeuren om die technologie ook toegepast te krijgen? FHI federatiebestuurslid Piet van Veelen en FHI directielid Kees Groeneveld vergezelden Van Veldhoven bij haar bezoek aan respectievelijk Deerns in Rijswijk en Priva in De Lier.
Beide bedrijven, ingenieursbureau Deerns en fabrikant van klimaatbeheersingsystemen Priva, zijn lid van de FHI-branche Gebouw Automatisering. Beiden opereren vanuit een meer dan stevige duurzaamheiddoelstelling.
“Onze doelstelling is minimaal 20% besparing bij alles wat wij doen in ‘building services’”, was de opening van Erik Lousberg, directievoorzitter van Deerns Nederland. “Via onze hefboomfactor, de resultaten bij klanten, denken wij zo’n 1250 maal onze eigen voetafdruk te besparen.” Of dat ook lukt bij overheidsgebouwen, wilde Stientje als volksvertegenwoordiger natuurlijk weten. “Bij Rijksvastgoed is het moeilijker”, is de ervaring van Wouter Kok, Smart Building specialist bij Deerns en managing director van het nieuwe spin-off bedrijf bGrid. “De trend is dat de afstand tussen vastgoedbeheer en de gebruiker kleiner wordt. Dat is nodig om te kunnen besparen onder meer door een veel hogere bezettingsgraad in combinatie met meer comfort. Dat is bij Rijksvastgoed moeilijker. Het beheer staat daar organisatorisch verder af van de gebruiker.”
Kok heeft voorbeelden uit de praktijk voorhanden. “Voor een gebouw van een ministerie bleek het halen van de doelstellingen lastig om de beheerder en de gebruikers op één lijn te krijgen. Bij The Edge van Deloitte in Amsterdam ging dat sneller en konden ook meer risicovolle innovaties worden uitgeprobeerd, met fantastische resultaten.”
Vanuit dit kader kwam de suggestie op tafel om ‘proeftuinen’ te maken binnen het aanbestedingsregime van de overheid. Ook daar blijkt Kok ervaring mee te hebben, bij een gebouw van het Rijksvastgoedbedrijf voor Rijkswaterstaat in Rijswijk. “Daar is een soort prijsvraag uitgeschreven voor een herontwikkeling gericht op verduurzaming. We hebben dat gebouw, tijdens kantooruren, in een week tijd volledig ‘slim’ gemaakt. Je kunt dan daarna voortdurend het energiegebruik van het gebouw blijven verbeteren, continuous commissioning wordt mogelijk. En de gebruikers kunnen eenvoudig vrije werkplekken en collega’s vinden. De besparing is al meteen 15 tot 20% en de terugverdientijd is niet meer dan vijf jaar.”
“Dit is echt laaghangend fruit”, reageert Van Veldhoven en ze legt meteen een linkje naar de herontwikkeling van het gebouw van de Tweede Kamer die in voorbereiding is. Ter plekke wordt afgesproken te gaan onderzoeken of ook daar een modernere manier van aanbesteden mogelijk is, met ruimte voor innovatie. “Daar zou een challenge neergelegd moeten worden.”
Blijft natuurlijk een indrukwekkend verhaal hoe Priva zich heeft ontwikkeld van leverancier van kachels voor kassen naar een internationaal opererend bedrijf dat zich nu richt op het ‘creëren van een klimaat voor groei’. En dan hebben Jerry Vermaas, general manager Building Automation Nederland en Jan Westra, strategic business developer, het over crossovers in de ‘sustainable urban delta’, ‘ indoor farming’, ‘urban farming’ en de ‘greenbelt’ rond de stad.
Maar als het gaat om de vastgoedwaardeketen, daarvoor levert Priva producten om de ‘performance’ van gebouwen te monitoren. “Wij constateren dat 80% van de gebouwen niet werken zoals ze zijn ontworpen. Meestal staat binnen een jaar het hele systeem ‘op de hand’”, ervaart Vermaas. “Vaak ontbreekt het aan mensen die voldoende kennis hebben om te kunnen monitoren.”
Ook bij Priva is de ervaring dat Rijksvastgoedbeheer het als openbaar aanbesteder relatief goed doet.
De reactie van Stientje van Veldhoven is weer heel direct en wonderbaarlijk doelgericht voor een politicus. “We moeten de handhaving van duurzaamheidseisen versterken en we moeten voorbeelden laten zien. Het is nu het moment.” Al pratend zijn de gesprekspartners het aardig eens. Het grondstoffenakkoord richting circulaire economie moet leidend worden voor de transitieagenda’s van 2017. En er moeten pilots komen. “We kunnen TCO, Total Cost of Ownership, voorbeelden laten zien”, zegt Jan Westra en hij noemt de campus van de TU Delft als zo’n voorbeeld.
Er is dus werk aan de winkel, maar nu eerst maar hopen dat er geen Trumpiaans programma gaat winnen bij de verkiezingen in maart.