Tekst Paul van Nieuwenburg, Fotografie Leo de Jong
Ik sta in de lobby van 3T | Electronics & Embedded Systems in Enschede. De elevator pitch hangt aan de muur bij de lift. Tja, waar anders zou je zeggen? Nou, in het trappenhuis. Daar hangt er ook één, speciaal voor bezoekers als ik die wel een kilootje of vijftien kunnen missen. Volgens mij ben ik hier bij een organisatie die zich uitdrukkelijk als een klantgerichte onderneming wil profileren.
Vier jaar geleden is het alweer dat Richard Mijnheer met Marten Eggink, de toenmalige eigenaar van 3T, in gesprek ging over overname van het bedrijf. Mooie onderneming hoor, in 1982 opgericht vanuit de Technische Universiteit Twente als Centrum voor Micro Elektronica en in 1988 zelfstandig geworden onder de naam Twente Technologie Transfer, kortweg 3T. Van alles deden ze er. Hartstikke leuk. Alleen duurde de pret niet heel erg lang, in 1994 ging het bedrijf failliet. Maar zoals het spreekwoord luidt: ‘Als de nood het hoogst is…’ Marten Eggink, de nieuwe eigenaar, bleek een ondernemer met visie. Hij beperkte de activiteiten tot het ontwikkelen van elektronica en bouwde 3T vervolgens uit tot een bloeiende onderneming. Goed, met hem was Richard Mijnheer vier jaar geleden dus in gesprek.
Ik praat nu met de CEO van 3T van vandaag. Dat gesprek is toen naar wens verlopen begrijp ik. “Inderdaad, in 2014 hebben mijn compagnon Norbert Beltman en ik het bedrijf via een management buy-out overgenomen.”
En, gaat het goed?
“Erg goed mag ik wel zeggen. We zijn één van de grootste bedrijven in Nederland die gespecialiseerd zijn in de ontwikkeling van elektronica en embedded systems. Zegt niet alles, maar wel veel.”
Embedded systems?
“Dat is een moeilijk woord voor geïntegreerde hardware- en softwareoplossingen die een machine of instrument intelligenter maken. Elektronica dus die in principe iedere functie kan vervullen. Denk aan meten, besturen, aansturen of het verzamelen en analyseren van data. Dat soort technologieën ontwikkelen wij hier bij 3T. In opdracht. Daarbij kan het zowel gaan om het ontwerpen van elektronische oplossingen en toepassingen voor nieuwe concepten, als om het verbeteren of aanvullen van functies van bestaande instrumenten of machines. Onze dienstverlening leunt feitelijk op drie pijlers: ontwikkeling, toelevering en life cycle management, zeg maar onderhoud. Dat doen we allemaal voor een breed scala aan klanten die actief zijn in uiteenlopende branches.”
Aha, jullie zijn dus niet gespecialiseerd in één bepaald toepassingsgebied?
“Nee, wij zijn gespecialiseerd in elektronica, maar bedienen een zeer brede markt. Ik snap je vraag wel hoor, je gaat uit van het idee dat opdrachtgevers naar specialisten zoeken die deskundig zijn in hun specifieke vakgebied. Dat is in deze tak van sport niet zo. Bedrijven, meestal in de maakindustrie, met een behoefte op het gebied van elektronische innovatie zijn in eerste instantie op zoek naar een elektronicaspecialist die uitblinkt in de toepassing waar het op dat moment om gaat. Om besturing, meting, datavergaring en dat soort functionaliteiten. En dat zijn wij. Het klinkt misschien wat aanmatigend – zo bedoel ik het natuurlijk niet – maar wij opereren op al deze terreinen echt op het allerhoogste niveau. Zowel wat betreft de ontwikkeling van digitale als van analoge elektronische systemen. Kijk je van op hè, van dat laatste?”
Analoog… is dat niet een moeilijk woord voor ouderwets?
“Niet in het minst. Ik zal je een voorbeeld geven. Voor onze klant KROHNE hebben wij een systeem ontwikkeld om afvalwater in kerncentrales te meten. Dat is een analoog systeem geworden. Waarom? Omdat in het onverhoopte geval dat water radioactief besmet raakt digitale meetgegevens volkomen onbetrouwbaar zijn. Met andere woorden, voor bepaalde klanten en in bepaalde toepassingsgebieden zijn analoge elektronische oplossingen van vitaal belang.”
Jullie werken in opdracht van jullie klanten, zei je. Met innovaties op eigen initiatief houden jullie je niet bezig?
“Dat klopt, hoewel we alle ingrediënten voor klantspecifieke oplossingen klaar hebben liggen. Laat één ding duidelijk zijn, 3T is een ontwikkelclub pur sang die, zoals ik eerder al noemde, op het hoogste niveau acteert. Je wilt nog een voorbeeld? Niet zo lang geleden hebben we voor Gatso, een bedrijf dat onder meer flitspalen produceert, een radarfront ontworpen waarin we op basis van model based design en code generatie algoritmes hebben gebruikt die het mogelijk maken om de detectie van voertuigen en snelheden binnen één week te analyseren. Normaal gesproken kost dat maanden. In de ontwikkeling van dit soort fpga-fi rmware (Field Programmable Gate Array chips die door 3T zijn geprogrammeerd, red) lopen we zonder overdrijving voorop. Ziedaar de reden waarom we ons hebben aangesloten bij de Development Club van FHI. Simpelweg omdat we vinden dat je als toonaangevend bedrijf je verantwoordelijkheid moet nemen, van je moet laten horen en je kennis moet delen. Maar natuurlijk ook omdat we het erg inspirerend vinden om in een netwerk met ‘soulmates’ te zitten.”
Dat was voorheen niet zo, hè? Die naar buiten gerichte blik.
“Voordat Norbert en ik 3T overnamen was de cultuur traditioneel naar binnen gericht. Misschien dat het met de tijdgeest te maken had, misschien dat het typisch iets was voor onze branche – je zag het wel meer – maar de focus stond destijds uitsluitend, bijna navelstaarderig, op de coreactiviteit elektronica. Branding, marketing en sales waren vieze woorden. Nee, wat dat betreft kun je wel zeggen dat er sinds ons aantreden een cultuuromslag heeft plaatsgevonden. We positioneren ons nadrukkelijk als een klant- en marktgerichte organisatie. We publiceren, we zijn online actief, we staan op beurzen, we profi leren ons als een internationale speler, kortom, we treden actief naar buiten. Met alle effecten van dien.”
Klanten?
“Laat ik bescheiden blijven en het op een groeiende belangstelling houden. Onze onlineaanwezigheid draagt daar veel aan bij. Maar wat betreft de aanwas van klanten, ja natuurlijk willen we dat. Het zijn er gelukkig al een stuk meer dan voorheen. Moest ook wel. Afhankelijkheid en vergroeiing met één grote klant kan dodelijk zijn. Niet alleen zakelijk, ook vakinhoudelijk. Alleen daarom al zetten we stevig in op expansie. Toen we startten hadden we de ambitie om in vijf jaar tijd uit te groeien tot zestig à zeventig mensen. Of we dat zullen halen, we zullen het zien. Nog vijftien te gaan.”
Plannen nog om het buitenland te veroveren?
“Op dit moment nog niet echt. We zitten al in Duitsland, maar die markt moeten we eigenlijk nog helemaal ontginnen. Nederland heeft voor ons voorlopig voldoende potentie. Komt bij dat wij ons nadrukkelijk opstellen als co-developer. Dan is het natuurlijk handig als je in de buurt zit. In Nederland dus. In Enschede en Eindhoven om precies te zijn. Twee strategische plekken, dicht bij onze klanten, lekker in de luwte en ook nog eens vlak bij onze belangrijkste leveranciers van personeel: de universiteiten van Twente en Eindhoven. Niet dat we voortdurend aan het zoeken zijn hoor, onze mensen – met zijn vijfenveertigen zijn we nu – blijven doorgaans erg lang bij ons. Dat is aan de ene kant natuurlijk fijn, maar aan de andere kant, als je je organisatie fris wilt houden of wilt groeien moet je natuurlijk wel je ogen open houden voor talent. Met twee technische universiteiten om de hoek is dat gelukkig niet zo heel erg moeilijk.”
“Indeed. Ook omdat het ondernemersklimaat hier goed is. En dankzij onder meer het WBSO zeker ook stimulerend. Natuurlijk zijn er zaken die in mijn ogen beter geregeld zouden kunnen worden, ik denk aan de versnippering van de kennisindustrie in de domeinen Delft, Eindhoven, Maastricht en Twente. Liever zou ik zien dat de overheid ons als één sterke Nederlandse technologische industrie zou profi leren. Daar zouden we met z’n allen veel profi jt van hebben.”
Die ondernemers- en marketingdrive die ik bij je bespeur, zat die er altijd al in?
“Ik kom oorspronkelijk uit de techniek. Na mijn studie aan de UT Twente heb ik diverse banen gehad, waarin ik langzaam van R&D naar sales ben gegroeid. Overigens, via één van die banen ben ik destijds in contact gekomen met Marten Eggink van 3T. Ik zat toen bij Ericsson. En wat daar uiteindelijk uit voort is gekomen moge duidelijk zijn. Maar terug naar je vraag, inderdaad, marketing en sales hadden mijn warme belangstelling. En hebben dat nu in mijn huidige functie meer dan ooit. Norbert is binnen 3T als COO verantwoordelijk voor de interne operationele processen, ik voor de externe. Relaties, contacten, marketing, communicatie en sales horen daar onlosmakelijk bij.”
Over relaties en contacten gesproken, was dat de reden om lid te worden van FHI?
“Nou, om eerlijk te zijn, we zijn eigenlijk om hele praktische redenen lid geworden. We waren bezig met het opstellen van onze algemene voorwaarden en dachten: we kunnen nu naar een jurist gaan of lid worden van een branchevereniging. Dat laatste is het dus geworden. En ik moet zeggen, FHI bevalt ons erg goed. Niet eens zozeer vanuit het oogpunt van klantenwerving, alhoewel FHI natuurlijk een interessant netwerk biedt en we al voor een aantal leden aan het werk zijn, maar vooral – zoals je al suggereerde –vanuit het oogpunt van contacten en de mogelijkheid om je te kunnen laten horen in een groter verband. Om die reden ben ik onlangs ook aangetreden als lid van de stuurgroep van de Development Club.”
Ambitie en energie genoeg hoor ik wel.
“Naast visie de twee belangrijkste ingrediënten om daar te komen waar je wilt. Dus.”