Vingersporen worden al meer dan 100 jaar gebruikt als identificatiemiddel. De patronen in de huid op de vingers en handpalm wordt als uniek verondersteld. Een vingerspoor wordt ook gezien als een bewijs van contact. Dit bij elkaar opgeteld maakt dat een vingerspoor als een belangrijk bewijsmiddel kan dienen in een gerechtelijk onderzoek. Toch kunnen er vragen onbeantwoord blijven rondom een spoor. Heeft het wel iets met het delict te maken? Onder welke omstandigheden is het geplaatst? Wat heeft de donor van het spoor daadwerkelijk achtergelaten?
De chemische samenstelling van vingersporen is al geruime tijd een onderwerp van onderzoek bij verschillende academische en forensische instituten. Bij het Nederlands Forensisch Instituut wordt onderzoek gedaan naar de toepassing van technologie die meer informatie kan geven over de donor van een vingerspoor en hoe deze informatie in de praktijk kan worden gebruikt om vragen rondom een delict te beantwoorden.
Chemisch analytische methoden kunnen inzicht geven in wat een donor van een spoor heeft gegeten, gedronken en aangeraakt voordat het spoor werd geplaatst. Daarnaast verandert de chemische samenstelling van een spoor met de tijd, dus kan chemische analyse iets vertellen over de leeftijd van het spoor. Met de laatste ontwikkelingen kan een duidelijk beeld worden gegeven over wat de donor van een spoor heeft aangeraakt voor het plaatsen van het spoor en op welke termijn dit heeft plaatsgevonden.
Marcel de Puit, NFI