Bij laboratoriumwerk denk je niet direct aan gevaar op lichamelijk letsel. Maar niets is minder waar. Laboranten lopen juist een risico door de combinatie van specifieke en herhaaldelijke handelingen. Eerder onderzochten wij al waarom er zo weinig aandacht is voor ergonomisch werken in het laboratorium, daar lees je hier meer over. In dit artikel geven we je praktische tips om zelf je werksituatie te verbeteren.
Door: Eline te Velde
Als laborant werk je vaak langdurig in dezelfde houding. Je bent met precies werk bezig en gebruikt kleine instrumenten bij repeterende werkzaamheden. Naast de laboratorium specifieke taken, zoals pipetteren of microscopie, moet er ook met de computer gewerkt worden voor het verwerken van gegevens of bedienen van apparatuur.
Statische en dynamische belasting
In haar boek ‘Werkplek en werkhouding in het laboratorium’ noemt Iris van ’t Leven een duidelijk onderscheid tussen de oorzaken voor fysieke klachten bij laboranten: herhaalde werkzaamheden, kracht zetten (duwen, trekken en knijpen), langdurig staan (of hurken en zitten) en tillen. Daarbij spelen tal van individuele factoren een rol. Ieder mens is anders, onder andere lichaamsbouw, conditie en stressgevoeligheid hebben een grote invloed op de mate van fysieke belastbaarheid die een individu aankan.
Op zichzelf zijn veel van de handelingen die in het laboratorium verricht worden niet per se belastend. Het gaat vaak om een combinatie van handelingen of houdingen die problematisch zijn. Van ’t Leven benoemt het verschil tussen statische en dynamische belasting. Bij statische belasting neem je langdurig dezelfde houding aan en gebruik je voor een langere periode dezelfde spieren. Dit kan vermoeiend zijn voor desbetreffende spieren, die geen kans krijgen om te ontspannen. Bij dynamische belasting is het lichaam juist in beweging, met kans op verzuring of microtrauma.
Juist de combinatie van statische- en dynamische belasting vormt een risico. Bij veel laboratoriumwerkzaamheden is er een dynamische belasting in arm en hand, gecombineerd met een statische houding in rug en schouders. De doorbloeding in de schouders stagneert en er stroomt minder bloed naar armen en handen. Met als gevolg dat afvalstoffen en voedingsstoffen minder goed worden aan- en afgevoerd.
Bij veel laboratoriumwerkzaamheden is er een dynamische belasting in arm en hand, gecombineerd met een statische houding in rug en schouders.
Pipetteren is een goed voorbeeld van een combinatie van statische en dynamische belasting. Daarnaast is pipetteren vaak een repeterende handeling én een van de meest voorkomende werkzaamheden in het laboratorium. Uit onderzoek blijkt dat wanneer laboranten meer dan 300 uur per jaar pipetteren, zij een groter risico hebben op hand- en schouderklachten in vergelijking met andere beroepsgroepen (Bjorksten e.a. 1994.) Des te belangrijker om bewust te zijn van de risico’s.
Natuurlijke pauzes
Naast een algemeen bewustzijn van de risico’s zijn er ook een aantal praktische verbeteringen waar je zelf mee aan de slag kunt. Verstelbare tafels, stoelen en instrumenten zijn een goed startpunt voor het verbeteren van de werkhouding. Werkplekken worden vaak gedeeld met collega’s en er bestaat geen standaard voor de optimale werkplek. Deze is voor iedereen anders. Daarnaast is het verstandig om bij langdurige taken natuurlijke pauzes in te bouwen; verwerk tussendoor de resultaten en wissel je werk af. Van ’t Leven raadt bijvoorbeeld aan tijdens het pipetteren elke 20-30 minuten een minipauze van drie tot vijf minuten te nemen. Een algemene aanbeveling is om vooral naar je lichaam te luisteren. Voel je vermoeidheid? Dan is het tijd voor een pauze.
Een opgeruimde werkplek met voldoende ruimte voorkomt dat je in ongemakkelijke houdingen gaat werken. Zorg bijvoorbeeld voor voldoende beenruimte als je aan een tafel of bureau werkt en doe computerwerk aan een werkplek die daarvoor bedoeld en ingericht is - niet gebogen over een balancerende laptop.
Zuurkasten en veiligheidskabinetten
Het werken met zuurkasten, steriele kasten of veiligheidskabinetten vormt een risico. De kasten zijn vaak niet in hoogte verstelbaar, het raam verhindert de bewegingsvrijheid en vergroot de reikafstand. Soms is er door onderkasten gebrek aan beenruimte. Kortom: er is vaak maar één (ongemakkelijke) houding mogelijk. De belangrijkste tip: gebruik geen kast met raam als dat niet nodig is. Is het onvermijdelijk? Gebruik dan een in hoogte verstelbare stoel en verwijder onderkasten voor voldoende beenruimte. Bij kasten met een schuin raam kun je beter rechtop zitten en er zijn tegenwoordig ook in hoogte verstelbare opties beschikbaar.
Werkorganisatie
Stress kan bijdragen aan lichamelijke klachten. Van ’t Leven legt uit dat de fysieke reactie van stress, het aanspannen van spieren, een negatief effect heeft op de doorbloeding. Vooral langdurige stress kan nadelige gevolgen hebben. Het is daarom belangrijk dat werkorganisatie ook wordt meegenomen in de ergonomische overwegingen en dat er aandacht is voor stresspreventie. Is de werkdruk erg hoog én is er sprake van veel herhaalde werkzaamheden? Dan kan automatisering uitkomst bieden.
Bij de aanschaf van nieuwe apparatuur wordt vooral naar de laboratoriumtechnische criteria gekeken. Erg belangrijk natuurlijk, maar de ergonomische criteria worden nog te weinig meegewogen in de beslissing. Er zijn tegenwoordig tal van oplossingen mogelijk. Denk aan ergonomisch ontworpen pipetten, in hoogte verstelbare kasten of flexibele monitorarmen. Vaak is het kostbaarder om achteraf aanpassingen te maken, dan direct een ergonomisch apparaat aan te schaffen.
Maar zelfs met de beste voorzieningen moeten de gebruikers zich wel bewustzijn van de mogelijkheden en de risico’s bij verkeerd gebruik. Eén van de eerste stappen om het bewustzijn te vergroten is voorlichting over de risico’s van een verkeerde werkhouding. Ook het verkeerd gebruiken van apparatuur kan gevolgen hebben. Veel leveranciers geven daarom clinics en workshops over het gebruik van hun producten.
Tien tips om zelf je werksituatie te verbeteren:
- Maak gebruik van verstelbare meubels en instrumenten.
- Neem regelmatig (kleine) pauzes.
- Zorg voor een opgeruimde werkplek met voldoende ruimte.
- Maak gebruik van een aparte, speciaal daarvoor ingerichte, werkplek voor computerwerk.
- Wissel bij herhaalde werkzaamheden regelmatig van houding.
- Maak alleen gebruik van zuurkasten en veiligheidskabinetten als dat echt nodig is.
- Vermijd buiging van je pols onder het werk.
- Let op drukpunten bij het steunen van ellebogen, onderarmen of polsen op het tafelblad.
- Maak gebruik van tilhulpmiddelen bij het tillen van zwaar materiaal.
- Voorkom stress op de werkvloer en breng werkorganisatie en werkdruk ter sprake als dit wel het geval.
Heb je vragen of wil je meer weten? Het boek ‘Werkplek en werkhouding in het laboratorium’ van Iris van ’t Leven gaat dieper in op het thema ergonomie. Of meld je aan voor de cursus ergonomie en fysieke belasting in het laboratorium door Van ’t Leven bij Avans+.