Medische laboratoria zijn vergaand geautomatiseerd. Dat heeft de diagnosemogelijkheden en de snelheid van het onderzoek sterk verbeterd, maar toch zijn er nog genoeg knelpunten aan te wijzen. Zoals gesloten diagnostische systemen die geen informatie kunnen delen met andere apparatuur.
Door: Dimitri Reijerman
Professor Bert Niesters, tevens hoogleraar Medische Microbiologie op de Universiteit van Groningen, ergert zich al jaren aan deze geslotenheid: “Als ik kijk naar mijn eigen lab, een virologisch lab, dan is er door de jaren heen voor kapitalen geïnvesteerd in apparatuur voor moleculaire diagnostiek. Maar als je nu kijkt wat er daadwerkelijk met elkaar gekoppeld kan worden, dan is dat teleurstellend weinig.”
Niesters kan zich vooral kwaad maken over de inefficiëntie die ontstaat door apparaten die niet met elkaar kunnen communiceren: “Het is schandalig als bedrijven miljoenen verdienen aan apparaten en reagentia, terwijl je vervolgens zelf met pen en papier uitslagen van apparaat één naar apparaat twee moet zien te krijgen.” Of met een USB-stick.
Koppelen van systemen
Uit deze ergernis ontstond bij Niesters en enkele collega’s het plan om dan maar zelf aan de slag te gaan en vanuit een ‘bottom up’-benadering software te ontwikkelen. Zo ontstond FlowG(roningen), een MiddelWare waarmee laboratoriumhardware van verschillende fabrikanten toch met elkaar gegevens kan uitwisselen.. “We konden deze apparaten ook nog eens koppelen aan ons laboratoriuminformatiesysteem. We toonden aan dat het gewoon mogelijk is”, vertelt Niesters met enige trots.
Toch merkte de hoogleraar dat sommige fabrikanten afwijzend tegen het FlowG-initiatief stonden. Niesters: “Sommige bedrijven zeiden ‘dat willen wij helemaal niet’, of ze wilden niet meewerken aan het maken van koppelingen. Toen heb ik de klanten van die bedrijven voorgelegd: waarom zou je nog investeren in die bedrijven als ze niet willen koppelen?”
Andere partijen waren wel behulpzaam. Deze bedrijven droegen oplossingen aan of hielpen mee bij de softwareontwikkeling. Niesters, die tijdens LabAutomation onder de titel ‘the only limitation is your imagination’ een voordracht zal houden over dit onderwerp, noemt als concreet uitvloeisel van het werk aan verbeterde connectiviteit die uiteindelijk ook de patiëntenzorg ten goede moet komen.
Geslaagde connectiviteit bij sneldiagnostiek
Een praktijkvoorbeeld dat Niesters aanhaalt is sneldiagnostiek bij de eerste hulp. In dit scenario kreeg Niesters en zijn collega’s onder andere hulp van de firma BioFire om een zogeheten FilmArray te koppelen met de FlowG-MiddleWare. “Daar kijken we tegelijkertijd naar meerdere virussen. Dat proces hebben we helemaal weten te automatiseren. Uitslagen worden automatisch gegenereerd en verstuurd naar de eerste hulp en men wordt op de hoogte gebracht van infectiepreventiemaatregelen. Ook kunnen uitslagen door artsen nu op hun mobiel getoond worden.”
Inmiddels ziet Niesters een langzaam maar zeker veranderende houding bij fabrikanten van lab-hardware. Zo overleggen bedrijven meer met de eindgebruikers in een poging de workflow te verbeteren en de ideeënuitwisseling is verbeterd. Het openstellen van labapparatuur met regulering afdwingen is voor de hoogleraar daarom een brug te ver. Maar de huidige ISO15189-accreditering is al een grote stap voorwaarts. Maar Niesters blijft een man met een missie: “De kosten die sommige bedrijven durven te vragen voor een koppeling die al lang bestaat, daar moet iets aan gebeuren!”