Manieren om zo veilig mogelijk met extreem toxische stoffen te werken in het lab
Giftige stoffen vereisen voorzichtigheid, maar bij het omgaan met extreem toxische stoffen ligt de lat nog veel hoger. TNO Defensie en Veiligheid werkt onder andere met extreem potente drugs, pesticiden en stoffen die vallen onder het Verdrag Chemische Wapens. Tijdens het webinar ‘werken met extreem toxische stoffen: ‘do’s en don’ts’, onderdeel van de online kennisweek LabSafety, spreken Jeroen van der Meer en Jan Langenberg over de omgang met dergelijke chemicaliën.
Door: Dimitri Reijerman
Jan Langenberg is Senior Consultant CBRN & Toxicology bij TNO Defence, Security and Safety. Hij heeft dagelijks te maken met chemicaliën met een hoge toxiciteit: “Denk aan stoffen die als chemisch wapen worden gebruikt, daar werken wij onder meer mee”, zegt Langenberg. “We beschermen militairen en burgers tegen extreem toxische stoffen die door kwaadwillenden kunnen worden ingezet. We werken bij TNO in Rijswijk met een scala van toxische verbindingen, uiteraard op een zeer veilige manier.”
Hij vervolgt: “Daarvoor hebben we een ‘hoog tox-lab’, een laboratorium dat is ingericht voor het werken met hoog toxische verbindingen. Daarin staan bijvoorbeeld zuurkasten met een hele hoge mate van ventilatie. Maar uiteindelijk is de allerbelangrijkste factor voor veiligheid de mens. We hechten heel erg aan het goed trainen en opleiden van mensen voor de omgang met deze stoffen. Ze moeten zich daar goed bij voelen en het zelfvertrouwen hebben om daar mee te durven werken. Dan ben je al een heel eind op weg.”
Zorgvuldig voorwerk
Om de kans op incidenten zo laag mogelijk te houden, wordt er veel voorwerk gedaan, zegt Langenberg: “We proberen vooral aan de voorkant incidenten te voorkomen door wanneer mensen experimenten gaan doen een meldingsformulier te maken. Daarin wordt beschreven wat ze precies gaan doen en tot in detail welke stappen daarbij worden genomen. Zo wordt er nagedacht over welke gevaarlijke aspecten in het werk zitten en hoe die zijn te mitigeren. Het meldingsformulier wordt beoordeeld door mensen die daar verstand van hebben. Na goedkeuring mag het experiment worden doorgezet.”
Jeroen van der Meer, projectmanager bij TNO, vult Langenberg aan: “De basis is dat je de werkzaamheden niet mag starten voordat je van de managementlaag goedkeuring krijgt. De manager van de afdeling kijkt of dat deel van het proces goed is doorlopen en of de juiste mensen naar het dossier hebben gekeken.”
Als het voortraject is doorlopen en het formulier is goedgekeurd, begint het werk met de hoog toxische stoffen in het lab. Dat gebeurt altijd met twee paar ogen, zegt Langenberg: “Je bent in ons lab altijd met z’n tweeën. Waarbij de één de proef uitvoert en de ander toekijkt. Die tweede persoon zou ook kunnen ingrijpen of eventueel alarm kunnen slaan. Zij moeten in deze coronatijd nu wel 1,5 meter afstand van elkaar houden of aanvullende beschermende middelen gebruiken.”
Tijdens de presentatie van Langenberg en Van der Meer worden tips gegeven hoe werkzaamheden in omgevingen met minder gevaarlijke stoffen toch veiliger kunnen verlopen. Van der Meer zegt daarover: “Mensen moeten vooraf goed nadenken over wat ze gaan doen. Dat zit bij veel laboratoriummedewerkers, vanwege hun opleiding, wel in het achterhoofd, maar het gaat om dat stapje extra zetten. Ook in een normaal laboratorium waar je met normale chemicaliën werkt heb je veel voordelen als je je werk goed voorbereid. Er gebeuren heel veel simpele incidenten die van tevoren te ondervangen zijn.”
Hij geeft een voorbeeld: “Je ziet vaak dat er materialen worden omgestoten. Maar je kunt een potje in een zuurkast gewoon vastzetten om te voorkomen dat deze omvalt. Er is vaak niet veel aan de hand als dat gebeurt, maar het is ook niet nodig geweest. Waar we ook op hameren: denk ook na over wat je met het afval gaat doen. Wij kunnen in ons lab bijvoorbeeld niet zomaar chemicaliën uit de zuurkast halen.”
Gevaarlijk afval
Ook Langenberg benadrukt een goede omgang met afval: “Veel mensen realiseren zich niet dat afval ook gevaarlijk kan zijn. Als je alleen maar over het experiment nadenkt, zijn er ook risico’s. We moeten er tot aan de milieustraat op het TNO terrein over nadenken.”
Naar de toekomst kijkende zijn er ontwikkelingen die Langenberg en Van der Meer optimistisch stemmen over een nog hoger veiligheidsniveau in het lab. “Denk aan robotisering,” zegt Langenberg, “waarbij je de mens probeert uit te sluiten. Maar je kunt ook de hoeveelheden stof kleiner maken omdat de meetmethoden steeds gevoeliger worden. Dit soort ontwikkelingen moet je goed in de gaten blijven houden.”
Wilt u dit webinar bekijken? Dat kan hier.