Tumoren te lijf met het eigen immuunsysteem
Het immuunsysteem wordt steeds vaker met succes ingezet als een bondgenoot in de strijd tegen verschillende soorten kanker. Prof. dr. Jolanda de Vries, als hoogleraar Immunologie verbonden aan de Radboud Universiteit en het Radboudumc, vertelt tijdens de Life Science online themadagen over hoe het eigen lichaam tumorcellen te lijf kan gaan en welke ontwikkelingen er in dit werkveld zijn.
Door: Dimitri Reijerman
De Vries is al jaren bezig met research naar het toepassen van immunotherapie. Ze vertelt: “Ik hou me vooral bezig met dendritische cellen die andere cellen van het afweersysteem aan of uit kunnen zetten. Deze cellen kunnen het immuunsysteem instrueren om tumorcellen op te ruimen. Die eigenschap passen we met immunotherapie toe op patiënten.”
Dit onderzoeksveld is in de strijd tegen kanker relatief nieuw, zegt De Vries: “We doen al onderzoek sinds 1997, maar het idee dat immunotherapie effectief kan helpen in de bestrijding van kanker bestaat zo’n tien jaar. Voorheen werd het nog gezien als een ‘probeersel’ om het immuunsysteem aan te zetten tegen kankercellen, maar er werd vooral gefocust op chemotherapie en chirurgie. Later kwam daar nog targeted therapy bij, waarbij je bepaalde moleculen target.
De professor vervolgt: “Pas rond 2011-2013 brak immunotherapie door met een antilichaam die de rem van het immuunsysteem af wist te halen. Dit was de eerste keer dat immunotherapie succesvol was bij de aanval op een melanoom. Wij zagen immunotherapie als kansrijk omdat we T-cellen, die ervoor zorgen dat de tumor opgeruimd wordt, ontdekten in een melanoom. Want bij patiënten kunnen we een spontane afweerreactie meten, alleen is deze onvoldoende geweest en is de tumor gaan groeien. Door het eraf halen van de rem, wat we immune checkpoint inhibitors noemen, konden we laten zien dat de tumor wordt opgeruimd. Want die rem zet het lichaam erop om te voorkomen dat er auto-immuniteit ontstaat.”
Door voortschrijdende inzichten en meer onderzoek is immunotherapie een blijvertje geworden in de bestrijding van een aantal soorten kankers, zegt De Vries: “Inmiddels wordt immunotherapie voor een aantal soorten tumoren toegepast, maar voor veel soorten tumoren blijkt dit nog niet altijd succesvol. Het is ook niet zo dat alle patiënten genezen met immunotherapie: momenteel hebben vooral patiënten met een melanoom of een niet-kleincellige longcarcinoom er baat bij. Het werkt vaker levensverlengend dan dat er genezing plaatsvindt.”
Helaas is immunotherapie niet altijd effectief: “Bij bijvoorbeeld eierstokkanker of prostaatkanker zien we nog heel weinig effect van immune checkpoints”, zegt De Vries, “Immune checkpoints kunnen veel bijwerkingen hebben. Patiënten kunnen door het verwijderen van de rem op het immuunsysteem ook overlijden. Zo is die rem heel functioneel in de darmen, waar je met bacteriën in symbiose leeft. Als je die rem weghaalt kunnen er ontstekingen ontstaan met soms fatale gevolgen.”
Toch neemt het onderzoek in dit werkveld toe, want er valt nog veel te leren. “Momenteel wordt het meeste onderzoek binnen de immunologie gedaan naar de cellulaire therapieën, onder andere naar gemodificeerde CAR T-cellen zodat ze tumorcellen aanvallen en uitschakelen”, zegt De Vries. “Wij doen ook research naar cellulaire therapie, maar wij richten ons op de dendritische cellen. Dat is een vorm van autologe therapie, waarbij we dendritische cellen van de patiënt beladen met stukjes van de tumor. Die dendritische cellen geven we terug aan de patiënt zelf zodat ze in het lichaam T-cellen gericht tegen de tumor aan kunnen zetten. Doordat de cellen van de patiënt zelf zijn, heeft deze behandeling bijna geen bijwerkingen, soms alleen wat koorts of griepverschijnselen.”
Bovendien is Nederland toonaangevend op het gebied van immunologie: “Wij zijn in Nederland world leading op veel vlakken van de immunologie– de achterliggende wetenschap van immunotherapie, veel mechanismen zijn in Nederland ontdekt. En zeker met onderzoek naar cellulaire therapieën scoren we goed.”
Nieuwe technologie helpt bij de ontdekkingstocht naar nieuwe mogelijkheden: “Om behandelingen nog effectiever te maken zijn we al met nanodeeltjes bezig. Daar doen we antigenen in, een soort van herkenningspunten, samen met een stimulus van het immuunsysteem. In muizen zien we daar al hele mooie resultaten mee. Inmiddels hebben we de eerste patiënt hiermee gevaccineerd.”
“We gebruiken verder ook computational modeling, waarbij we al voorwerk voor trials kunnen doen. Je kunt heel veel parameters in zo’n model zetten om te kijken hoeveel patiënten je zou moeten behandelen om een effect te kunnen bepalen. En met kunstmatige intelligentie kun je antigenen vinden waartegen je een afweerrespons zou moeten aan of uit zetten. Kortom, AI kan ons helpen met het in kaart brengen van responsen en het tonen van een beginsituatie.”
Tijdens haar webinar hoopt De Vries tenslotte haar bezoekers meer inzicht te geven in de schoonheid van het menselijk immuunsysteem, maar ook het soms falen van dit zelfverdedigingsmechanisme: “Ik hoop over te brengen dat het menselijk immuunsysteem iets heel moois is, maar dat het ons soms in de steek laat. Dan kunnen we kanker krijgen of chronische aandoeningen. Richting de toekomst kunnen we het immuunsysteem steeds beter aan en uitzetten, simpelweg doordat we steeds meer weten over hoe het zich gedraagt. We kunnen dus steeds vaker wat betekenen voor patiënten op dat vlak. En als je het heel specifiek tuned, hoeven er weinig bijwerkingen te zijn en kunnen we flinke stappen gaan maken.”
De online presentatie van Jolanda de Vries vindt plaats op dinsdag 20 april om 11.00 uur. Inschrijven voor dit webinar kan via deze link.