Hoe zorgt u er bij geringe (geldelijke) transacties voor dat uw leveringsvoorwaarden (toch) van toepassing zijn zonder tegelijkertijd veel tijd, energie en kosten kwijt te zijn om dat resultaat te behalen? Steeds vaker - ook bij geringe geldelijke transacties – ontstaat een beeld van onderhandelende partijen over algemene leverings- en/of inkoopvoorwaarden. Bedrijfseconomisch onverantwoord, lijkt een passend antwoord toch niet meteen voorhanden.
Contracten en bijbehorende algemene voorwaarden coördineren handelstransacties. Vertrouwen op de blauwe ogen van de wederpartij behoort tot het verleden, dichtgetimmerde contracten met bijbehorende algemene voorwaarden zijn tegenwoordig het devies. Over het doel en de toegevoegde waarde spreken partijen allang niet meer; marktgebruiken hebben ons denken overgenomen. Hoe ver gaat echter de noodzaak om alle (juridische) aspecten van een kleine (geldelijke) transactie volledig te beschrijven? Anders gezegd: hoeveel transacties gaan er fout? De verzekering van het zeer beperkte aantal foute handelstransacties laat zich namelijk compenseren door de overgrote meerderheid van de ‘goede’ handelstransacties.
Gezonde handelsgeest?
Mijn stelling is dat de juridische werkelijkheid het heeft overgenomen van de gezonde handelsgeest en dat het tijd is om het debat rondom het gebruik van algemene voorwaarden opnieuw en hernieuwd met elkaar te voeren, binnen FHI-verband. De FHI branchevoorwaarden zullen daarbij in het laatste kwartaal van 2019 een revisie ondergaan. Als aftrap om die discussie te starten roep ik in herinnering het doel en de strekking van algemene voorwaarden (aansprakelijkheid, geschillenbeslechting, garanties, transport):
“Algemene voorwaarden zijn immers bedingen die zijn opgesteld teneinde in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen met uitzondering van bedingen die de kern van de prestaties aangeven, voor zover deze laatstgenoemde bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd.”
Hoofdregel is (derhalve) dat degene die een aanbod heeft gedaan, zijn algemene voorwaarden mag laten gelden. Meestal is dat degene die binnen de handelstransactie de kernprestatie levert, bijvoorbeeld ‘de levering van bepaalde onderdelen van een machine waartegenover de prestatie “betaling” staat van de koper van die onderdelen.’
Het doel van algemene voorwaarden is dus om dat deel van de samenwerking tussen partijen te regelen dat niet betreft de (geobjectiveerde) kernprestaties ofwel de essentialia van de overeenkomst (soort, hoeveelheid). Bij twijfel over toepasselijkheid gaat in de regel op dat bepalingen uit de individuele overeenkomst voorgaan op die uit de algemene voorwaarden. Daarnaast is een centrale rol in die discussie weggelegd voor de begrippen ‘aanbod & aanvaarding’. Het antwoord op de vraag of algemene voorwaarden überhaupt van toepassing zijn binnen een rechtsverhouding is meestal terug te voeren tot het antwoord op de vraag of die voorwaarden ter hand gesteld zijn op grond van juiste en volledige informatie.
Voor de rechter
Vragen over toepasselijkheid van algemene voorwaarden worden overigens met regelmaat voorgelegd aan de rechter. Zo kreeg het hof Arnhem-Leeuwarden de vraag voorgelegd of de algemene voorwaarden van één van de contractspartijen van toepassing waren (zie: ECLI:NL:GHARL:2018:5138). De vraag was in dit geval extra relevant, omdat de beoogde overeenkomst uitsluitend in de algemene voorwaarden was vastgelegd. Het hof oordeelde dat de algemene voorwaarden niet van toepassing waren, omdat de toepasselijkheid daarvan in dit geval uitdrukkelijk had moeten worden aanvaard en dat was niet gebeurd.
Zijn er dan vuistregels te identificeren als de wederpartij haar inkoopvoorwaarden wil doen laten gelden met afwijzing van uw leveringsvoorwaarden? En hoe voorkom je vervolgens eindeloos onderhandelen?
Laten we ook die vragen oppakken bij de aankomende workshops in het najaar. Wellicht heeft u al de oplossing en wilt u die delen? Biedt het gebruik van raamovereenkomsten bij grote afnemers soelaas? Zijn transactiekosten doorberekend in de prijs van uw product? Zijn er andere instrumenten voorhanden (dan het hanteren van algemene voorwaarden) ter regulering van kleine handelstransacties en zo ja, welke? Moeten er drempelwaarden gelden en/of zijn de gehanteerde voorwaarden evenwichtig en wederkerig opgesteld?
Het is immers geen ongewoon beeld dat algemene voorwaarden uitsluitend het partijbelang van de een dienen ten koste van de ander. De ‘proof of the pudding’ zit er dan vaak in dat de koper van uw product (bijvoorbeeld een handelsonderneming) zelf ook (uw) producten (door) verkoopt; en hoe zien die algemene voorwaarden er dan uit? Dat zal vaak een verassend beeld opleveren… Rest me om u tot slot alvast een hele fijne vakantie te wensen; ik zie u graag terug op een van de FHI-seminars in het najaar.
Bob van der Kamp, advocaat