'Analytische scheikunde moet beter aansluiten op behoeftes bedrijfsleven'

'Analytische scheikunde moet beter aansluiten op behoeftes bedrijfsleven' Door: FHI, Federatie van Technologie Branches

Diverse nieuwe technieken in de analytische scheikunde doen hun opmars, maar het valt niet altijd mee om universitaire opleidingen goed aan te laten sluiten op de behoeftes van het bedrijfsleven. UvA-hoogleraar prof. dr. Peter Schoenmakers vertelt over zijn visie tijdens LabAnalyse 2019, op donderdag 7 november in Congrescentrum 1931 in Den Bosch.

Door: Dimitri Reijerman

Technieken als massaspectrometrie en vloeistofchromatografie zijn inmiddels de norm, terwijl ook tweedimensionale gas- en vloeistofchromatografie in opmars zijn. Universiteiten als de UvA doen veel research met deze onderzoeksmethoden, maar volgens Schoenmakers is de houding in het bedrijfsleven om deze technieken te omarmen soms nog te terughoudend.

Schoenmakers: “Er is weerstand tegen verandering in de analytische scheikunde, maar de eisen worden anders. Wij bij de universiteit willen de wetenschap verder helpen. Dus wij doen onderzoek naar zaken die nog niemand anders heeft gedaan. Dat komt ook omdat we moeten publiceren. Als je kijkt naar een bedrijf, dan moet het labonderzoek robuust zijn, betrouwbaar. En ze willen direct resultaten zien. Bedrijven moeten een balans vinden tussen de kwaliteit van de metingen en de betrouwbaarheid van de metingen.”

Ondanks dat UvA-studenten tijdens hun studie veel ervaring opdoen met nieuwe technieken in de analytische scheikunde, stelt de hoogleraar dat bedrijven vooral moeten investeren in mensen: “Geld voor nieuwe apparaten hebben ze wel in het bedrijfsleven, zeker bij de grote bedrijven, en meer dan op een universiteit. Maar de mensen die onderzoek moeten implementeren zijn ontzettend duur. Vaak zitten de studenten bij bedrijven die werken met de nieuwste apparatuur, want goed geschoolde mankracht is schaars. Bovendien is het is voor de bedrijven die nieuw apparaten verkopen fijn als er iemand fulltime mee kan werken.”

Coast

Een van de manieren om het gat tussen theorie en praktijk te verkleinen is het COmprehensive Analytical Science and Technology (COAST) programma. Daarin werkt het bedrijfsleven nauw samen met universiteiten en hogescholen. Mimi den Uijl, die met Schoenmakers de lezing zal geven en die werkt aan haar PhD, vertelt: “Ik heb stage gelopen bij Shell voor COAST en daar de industrie van dichtbij gezien. Nu werkt ze ook samen met Unilever en waterzuiveringsbedrijven en zelfs met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, waarbij schilderijen worden geanalyseerd, waaronder werken van Van Gogh. Dat zijn hele leuk projecten.”

Schoenmakers vervolgt: “in een programma als COAST kun je als student veel eerder ervaren hoe analytische kennis en wetenschap zich verhouden tot het bedrijfsleven. Maar ook kan het bedrijfsleven profiteren van COAST.” Den Uijl: “We zien at veel studenten die aan het COAST-programma  deelnemen eerst promoveren voordat ze een baan vinden binnen een bedrijf. Dankzij COAST krijgen studenten veel mogelijkheden, zoals het bezoeken van conferenties en samenwerking met bedrijven.”

COAST is volgens Schoenmakers een solide en nuttig programma om de aansluiting met bedrijven te verbeteren. Maar er is meer nodig, zegt hij: “We doen ingewikkelde onderzoeken aan de universiteit. We proberen studenten zo goed mogelijk op te leiden voor de praktijk. Omgekeerd is er een vraag naar het bedrijfsleven: geef aan wat jullie precies willen. Ik heb de leiding over de COAST-programma’s voor bachelor- en master-studenten. Die zijn voor een groot deel opgezet naar aanleiding van signalen uit het bedrijfsleven. Zij hebben daar dus veel invloed op. Wij staan altijd open voor suggesties.“

Wilt u LabAnalyse bezoeken? Registreer u gratis.