Op de vakbeurs Electronics & Applications 2023 in de Jaarbeurs Utrecht geeft NS op 28 september tijdens het seminar Design for Circularity een presentatie over circulair ondernemen bij NS: treinrenovatie met 99% hergebruik.
Door: Hans Risseeuw
Na een levensduur van ongeveer twintig jaar worden alle dubbeldekstreinen van het type VIRM (Verlengd Interregiomaterieel) door NS gemoderniseerd. Bij de meest recente moderniseringsronde is 86% van de onderdelen opgeknapt en opnieuw in de betreffende trein aangebracht. Circa 13% van de onderdelen krijgt een tweede leven elders. Samen maakt dit dat 99% van de materialen is hergebruikt.
2030: 100% circulair?
Voor dit artikel spreken we met Marjan Prent, senior engineer treinbeleving en duurzaamheid. Zij viert dit jaar haar tienjarig jubileum bij NS en zet zich iedere dag in voor de circulaire economie. De spoorvervoerder heeft zich als doel gesteld om in 2030 circulair in te kopen, materialen maximaal te (her)gebruiken en geen afval meer te creëren op kantoren, werkplaatsen en van treinen. Voor Marjan betekent dit iedere dag een nieuwe uitdaging.
Marjan is de aanjager van de werkgroep circulair ontwerpen treinmodernisering. De werkgroep probeert het principe van circulair ontwerpen een inherent onderdeel te maken van hoe NS treinen moderniseert.
De VIRM is de dubbeldekstrein die iedereen in Nederland kent. Deze treinen worden volledig ontmanteld en weer als nieuw in elkaar gezet.
Afval wordt een nieuwe grondstof
“We kunnen bijna een nieuwe trein maken, behalve het casco,” zegt Marjan. Nederlandse Spoorwegen heeft bijna alles zelf in huis. Om in 2030 volledig circulair te werken, is NS de samenwerking aangegaan met de leveranciers. Dit vraagt om een hele nieuwe aanpak en een cultuuromslag die veel vraagt van zowel NS als van de leveranciers.
Als voorbeeld noemt Marjan de afvalstromen van de bekabeling en dan specifiek het snijproces. Wanneer er ergens in het proces een kabel te kort wordt afgesneden, wordt nu onderzocht wat de mogelijkheden zijn betreffende opslag en hergebruik van de kabel. Dit vraagt dus om opslagcapaciteit maar ook om een nieuwe benadering van afval.
Het automatisme moet worden doorbroken van weggooien naar hergebruik en recycling. Dit is een leerproces waarbinnen bij elke afzonderlijke afvalstroom nieuwe en zeer creatieve ontwikkelingen gaande zijn. Afval is nu geen restproduct meer maar een nieuwe grondstof. Oude treinstoelen worden bijvoorbeeld ge-upgrade tot fauteuils en oude treinvloeren krijgen een tweede leven als tafeltennistafel. Er is nu een hele nieuwe ontwikkeling gaande die zich richt op het hergebruiken van oude afgeschreven materialen die tot voor kort in de verbrandingsoven of de stortplaats eindigden. Voor meer informatie zie NS circulair ondernemen.
Technisch zijn er nog voldoende uitdagingen, zoals veiligheidseisen, kosten en product specifieke eisen. Hier bevindt Marjan zich in een interessant spanningsveld tussen Europese aanbestedingseisen, veiligheids- en ontwerpeisen en de mogelijkheden die de leveranciers NS kunnen bieden.
Circulariteit wordt door iedereen positief benaderd, maar het is nog altijd een relatief nieuw concept waar bedrijven nog zoekende zijn. NS is een hele grote speler op de Nederlandse markt. De spoorvervoerder probeert dan ook volledig circulair in te kopen en stelt daarbij eisen aan de leveranciers. “Maar wat is een circulaire relais?”, vraagt Marjan zich hardop af. “Waar ligt het onderhoud, wat gebeurt er als het kapot is, hoe lang zit er garantie op, etcetra? Zoals altijd zit de duivel in de details.”
Uitdagingen, kansen en een nieuwe benadering
“Circulair is duur wordt wel gezegd, dat klopt niet,” zegt Marjan vol overtuiging. “Bij de laatste aanbestedingsprocedures waarbij circulariteit werd meegenomen, was de meest circulaire ook de goedkoopste,” zegt Marjan.
Een andere verandering die NS intern heeft ingevoerd is dat ze niet meer zomaar afval “over het hekje kunnen gooien,” maar eerst intern onderzoeken of NS het elders binnen de organisatie kan hergebruiken. Een tweede optie is de mogelijkheid onderzoeken of oude of afgeschreven materialen terug kunnen worden gestuurd naar de leverancier. En pas wanneer al deze opties zijn onderzocht, kan een afdeling het betreffende materiaal overhevelen naar de afdeling binnen NS die zich bezighoudt met restmaterialen. Marjan geeft toe dat dit een leerproces is, maar dat er grote stappen gemaakt worden.
Persoonlijk bespeurt Marjan dat de focus in de markt nog teveel ligt bij het materiaal. Zolang het materiaal duurzaam is, zal het product in principe duurzaam en circulair zijn. Dit is niet waar, stelt ze. Bijvoorbeeld, wanneer je een ontwerp maakt, wat doe je met de componenten van een product dat je vervangt? Hier is nog een hele stap te zetten voor zowel NS, als de markt en de kleine en grote leveranciers. Natuurlijk speelt bij NS wet- en regelgeving mee, wat niet altijd het proces van circulariteit gemakkelijker maakt, maar de wil en intentie zijn zeker zowel bij NS als bij de leveranciers aanwezig. Het spanningsveld Circulair Ondernemen breidt zich alleen maar uit en de ontwikkelingen razen voort.
FHI houdt de markt, NS en de leveranciers goed in de gaten en wij volgen de laatste ontwikkelingen rondom circulariteit op de voet. Met grote interesse volgen wij de stappen die NS zet. Want de ontwikkelingen gaan onverminderd door op weg naar een volledig circulaire economie in Nederland.
Ik kijk uit naar de presentatie die NS gaat geven op 28 september op de vakbeurs E&A. De ontwikkelingen gaan onverminderd door op weg naar de volledig circulaire economie.
Meld je hier gratis aan voor het seminar Design for Circularity op de vakbeurs Electronics & Applications 2023 in de Jaarbeurs Utrecht op 28 september.