In de afgelopen tien jaar reed ik regelmatig over snelwegen die werden uitgebreid. In de wegenbouw wist men ruimte te vinden die daarvoor onbenut was. Het levert capaciteit op door van een tweebaansweg naar een driebaansweg te gaan. Het probleem van files lijk je niet op te lossen. Dat had ik al meegemaakt in mijn studententijd. Het maakte niet veel uit hoeveel planken erbij getimmerd werden: er bleven borden op de eettafels staan.
Zo hoor ik geruime tijd van leden en bezoekers van onze activiteiten, dat het bizar is dat de overheid niet tien jaar vooruit weet te plannen voor elektriciteitsnetwerken en andere manieren om energie over te brengen. Dan krijg je dus opeens netcongestie.
Volgens mij is het publiekelijk bekend dat er veel windmolens aangelegd worden op de Noordzee en dat er massaal zonneparken of zonnepanelen in het land verschijnen. Je wordt overstelpt met plannen. Wat gebeurt er dan echt? Dat blijkt weer meer dan ik verwacht.
Ik zie presentaties van experimenten met waterstof, waarbij bijvoorbeeld de pilot in Lochem een proeftuin is voor nieuwe meetinstrumenten. Innovaties om drie keer zoveel elektrische auto’s met dezelfde infrastructuur te kunnen laden. Sinds dit jaar worden kerncentrales serieus overwogen en door een bezoek van de NEN-commissie voor DC begrijp ik dat er ook al heel veel op het gebied van gelijkspanning gebeurt.
Dat is ook zo logisch. Technici zijn met hele concrete projecten bezig en dus gebeurt er heel veel. De individuele verhalen (dat iemand niet aangesloten kan worden) en de diverse media (die moord en brand schreeuwen) geven je het idee van een afgrond waar we op afrijden. We gaan wel van een tweebaansweg naar een driebaansweg, maar het is echt nooit genoeg. Hoe moeten we naar de realiteit kijken?
Wat mij betreft vooral door technische experts naar elkaar te laten luisteren. Daarvoor organiseert FHI op 8 juni een bijeenkomst bij Hogeschool van Amsterdam.
Deze column verscheen eerder in E-Totaal.