Door: FHI, Federatie van Technologie Branches Als je als ondernemer te maken hebt met een arbeidsongeschikte werknemer, gaat je eerste gedachte uit naar het welzijn van je werknemer, de loondoorbetaling en de re-integratie. Het is echter belangrijk om ook verder te kijken. Uit een recente zaak bij het Gerechtshof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2020:888) blijkt dat het een (voormalig) werkgever duur kan komen te staan als zij het element pensioen vergeet wanneer de werkgever te maken heeft met een arbeidsongeschikte werknemer.
De casus
In deze zaak ging het om een werknemer waarvoor de werkgever pensioenpremie betaalt aan het Pensioenfonds Vervoer. De werknemer raakt vervolgens (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt. Het Pensioenfonds Vervoer voorziet in een recht op premievrije opbouw bij gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Bij premievrije opbouw is er geen of minder pensioenpremie verschuldigd voor de (verdere) opbouw van ouderdomspensioen en/of nabestaandenpensioen.
Om aanspraak te maken op deze premievrije opbouw moet daar om worden verzocht door de deelnemer, in dit geval de werknemer. Dit verzoek moet binnen een jaar na het bereiken van de maximum uitkeringstermijn worden gedaan. Als dat verzoek niet tijdig wordt gedaan, vervalt in beginsel het recht op de premievrije opbouw. In dit geval had de werknemer nagelaten tijdig een verzoek om premievrije opbouw in verband met de arbeidsongeschiktheid in te dienen.
Ruim vijftien jaar na het einde van het dienstverband en pas nadat de werknemer met pensioen is, dient de werknemer een claim in. Hij stelt zijn voormalige werkgever aansprakelijk voor de schade die hij lijdt en zal lijden als gevolg van het mislopen van premievrije voortzetting/pensioengemis en vordert betaling van een aanzienlijk bedrag.
De werkgever verweert zich en stelt dat zij niet wist dat deze melding gemaakt moest worden en bovendien dat de werknemer zelf de melding had moeten doen.
Het oordeel
Het Gerechtshof gaat niet mee in de verweren van de werkgever en stelt dat de werkgever tekort is geschoten in haar plicht om zich als goed werkgever te gedragen. Van een goed werkgever mag worden verlangd dat zij de werknemer attendeert op de meldingsplicht bij de pensioenverzekeraar, waardoor het verweer dat de werknemer zelf de melding had moeten maken niet slaagt. Hieruit volgt dus dat de informatieplicht van de werkgever ver strekt.
Het volgende verweer van de werkgever, dat zij zelf ook niet wist dat deze melding gedaan moest worden, laat staan zelfs gedaan moest worden binnen een bepaalde tijd, helpt haar evenmin. Het Gerechtshof oordeelt dat het een taak van de werkgever is om te weten welke gevolgen (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid van de werknemer heeft voor de verdere pensioenopbouw van die werknemer. Pensioenopbouw is immers een belangrijke arbeidsvoorwaarde.
De werkgever voert nog aan dat zij een kleine onderneming heeft zonder HR-afdeling, waardoor van haar niet verwacht kan worden dat zij deze kennis heeft. Maar ook hier gaat het Gerechtshof niet in mee. Ook van een kleine werkgever mag kennis van de eigen arbeidsvoorwaarden worden verwacht. Dat geldt dus ook voor de pensioenregeling, te meer als die vrijwillig wordt toegepast.
De conclusie van het Gerechtshof luidt dan ook dat de werkgever niet heeft voldaan aan zijn informatieplicht jegens de werknemer en daarom tekort is geschoten in het goed werkgeverschap en derhalve aansprakelijk is voor het gemis van de werknemer aan premievrije opbouw van zijn pensioen.
Advies
Is je werknemer ziek en heb je de primaire kwesties zoals het inschakelen van de bedrijfsarts, het melden bij de verzekering en het voeren van een gesprek over mogelijke re-integratie achter de rug? Pak dan rustig het arbeidscontract, het personeelsreglement en/of de cao erbij en beoordeel of er nog meer arbeidsvoorwaarden geraakt kunnen worden door de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid. En vergeet hierbij zeker niet het element pensioen! Het kan je anders duur komen te staan.
Voor meer informatie over dit specifieke of andere arbeidsrechtelijke onderwerp kan je contact opnemen met Lexsigma Advocaten.
Mr. drs. Bob van der Kamp
Mr. Ramon Pasma
Mr. Lara Smeets
