UT-promovendus Brigitte Bruijns heeft een lab-on-a-chip ontworpen die het voor rechercheurs of forensisch experts mogelijk maakt om op een crime scene binnen een half uur vast te stellen of een monster menselijk DNA bevat.
De vinding, die vooralsnog alleen op papier bestaat, kan tijdens een politieonderzoek veel tijd besparen. Momenteel voert het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) jaarlijks meer dan honderdduizend DNA-tests uit, waarvan de helft geen nuttig DNA-profiel bevat. Met het lab-on-a-chip concept van Bruijns kan al op de plaats delict bepaald worden of een monster al dan niet richting het NFI opgestuurd moet worden.
Door middel van indicatief screenen kan met een monster van slechts 100 picogram in een half uur een uitslag geven. Het concept heeft nog wel verbeteringen nodig, onder andere bij de bemonstering. Dit wordt momenteel gedaan met swabs, maar die hebben als nadeel dat veel DNA achterblijft en dus niet geanalyseerd kan worden. Ook de opslag van bewijsmateriaal vormt nog een uitdaging.
Tegenover TW zegt Arian van Asten, hoogleraar op de UvA en gastonderzoeker op het NFI, dat het lab-on-a-chip-concept van Bruijns veelbelovend is omdat het de slagingskans van DNA-onderzoek kan vergroten. Er is wel geld nodig om de eerste prototypes te ontwikkelen.