Hoewel zeker moderne panden vergaand geautomatiseerd kunnen zijn, is er niet altijd goed nagedacht over de interactie met de mens. Terwijl juist de mens centraal moet staan, betoogt Thijs Bouman, Universitair Docent en Onderzoeker Sociale en Omgevingspsychologie aan de Universiteit Groningen, tijdens zijn keynote op de conferentie Digitaal Gebouw van de Toekomst.
Bouman: “Vanuit de psychologische hoek wil ik de vraag benaderen met wat mensen motiveert: wat is voor hen belangrijk? En welke doelen zou het digitaliseren van gebouwen moeten nastreven? Ook wil ik in mijn lezing de vraag behandelen of mensen wel blij worden van digitalisering. Daar zit namelijk een conflict: aan de ene kant vinden veel mensen het fijn om zelf zaken te regelen, zeker als het voor hen belangrijk is. Maar dat is niet altijd mogelijk, omdat hun omgeving daarvoor niet is ingericht of dat het te complex is.”
“Digitalisering kan in dat soort situaties heel waardevol zijn, maar kan ook irritatie oproepen. Een simpel voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de verlichting. Mensen vergeten deze vaak uit te zetten, bijvoorbeeld omdat ze gehaast ergens heen moeten. Dan is het fijn als dit automatisch gebeurd. Tegelijkertijd kan het frustratie oproepen als het niet werkt zoals het zou moeten werken. De meeste mensen kennen wel de situatie dat er tijdens een vergadering een dansje gedaan moet worden om de lampen weer aan te krijgen. Ook zijn er privacy-issues, om digitale oplossingen op de gebruikers aan te passen, dient er data over deze gebruikers te worden verzameld.
Een ander nadeel kan zijn dat door digitalisering, mensen minder betrokken raken bij bepaalde doelen, zoals verduurzaming. Als dit allemaal automatisch gebeurt en mensen hier maar weinig van bewust zijn, dan is de kans kleiner dat ze zelf actief aan verduurzaming bijdragen.”
Dialoog
Volgens Bouman is het daarom aan te raden om de dialoog te zoeken met de (eind)gebruikers, zoals de beheerders van een gebouw maar ook mensen die dagelijks bijvoorbeeld een kantoor gebruiken: “Wat dus heel belangrijk is, is om goed te communiceren met de gebruikers van gedigitaliseerde gebouwen. Zo zorg je ervoor dat belangrijke doelstellingen voor de organisatie, zoals verduurzaming, beter en sneller behaald kunnen worden. Daar komt nog bij dat veel digitale oplossingen sterk afhankelijk zijn van de mens. Als mensen uiteindelijk de verkeerde gedragingen uitvoeren kan een digitale oplossing helemaal niet meer effectief werken.”
Het is essentieel dat ontwikkelaars van gedigitaliseerde systemen voor gebouwautomatisering met de gebruikers rekening houden, meent Bouman. “Ontwikkelaars gaan vaak teveel uit van de technologische mogelijkheden van een product”, zegt hij. “Zeker bij ontwikkelingen digitale oplossingen wordt veel vanuit de technische kant nagedacht. Er wordt dan vaak automatisch er vanuit gegaan dat mensen met een dergelijke ‘slimme’ oplossing blij zijn en er ook naar gaan handelen. Dat is in de praktijk vaak niet zo. Dus denk daar in het design proces over na, evenals in de periode daarna.”
Automatisering en controle door de eindgebruiker
Daarnaast speelt betrouwbaarheid en een mate van flexibiliteit in digitale producten een belangrijke rol, meent de onderzoeker: “Digitalisering betekent dat je een apparaat moet kunnen vertrouwen om bepaalde acties goed te ondernemen. Daar zie je een conflict ontstaan. Digitalisering en automatisering is makkelijk voor de gebruiker, maar tegelijkertijd hebben mensen behoefte aan controle en willen zij nog steeds invloed kunnen uitoefenen op een systeem. Dat is natuurlijk vaak in te bouwen, maar bij een te grote mate van controle ontstaat het risico dat het hele systeem overhoop wordt gegooid door een (ontevreden) eindgebruiker. Ook daar moet je rekening mee houden.”
Tijdens zijn lezing hoopt Bouman dat bij zijn publiek blijft hangen dat bij elke oplossing uiteindelijk de mens centraal moet blijven staan. “Ik denk dat digitalisering heel belangrijk is om bepaalde barrières voor mensen weg te halen op bijvoorbeeld duurzaam te handelen. Vaak heerst de gedachte dat mensen die stap niet willen maken, maar dat is niet zo. In de praktijk blijkt een aanpassing in gedrag vaak te moeilijk of dat er sprake is van ingesleten gebruiken, waar digitalisering een oplossing kan bieden. Daarbij dus meteen de kanttekening: sla niet door in digitalisering en blijf mensen erbij betrekken. Ga dus kijken naar de interactie tussen die twee.”