De Nederlandse startup Hiber richt zich op de groeimarkt van Low Power Global Area Networking. Met een netwerk van nanosatellieten belooft het bedrijf overal ter wereld sensordata tegen lage kosten uit te kunnen lezen. Rutger van Dalen, bij Hiber, zal tijdens het Industrial Ethernet Event de technische aanpak van de startup nader toelichten.
Door: Dimitri Reijerman
Eind 2018 zijn twee satellieten van Hiber in de lucht gebracht. De eerste nanosatelliet, HiberOne, werd door de Indiase ruimtevaartorganisatie ISRO in een baan om de aarde gebracht, terwijl HiberTwo omhoog ging met een raket van SpaceX. Op circa 600 kilometer boven het aardoppervlak vormen deze satellieten, samen met nog een tiental te lanceren satellieten, een netwerk– door de startup Hiberband genoemd – dat op mondiaal niveau IoT-data op kan pikken.
Van Dalen vertelt over de missie van Hiber: “We willen global connectivity bieden. De dekking op het platteland kun je grotendeels regelen met cellular en lora-netwerken, maar op de zuidpool is dat lastiger. Op 90 procent van het aardoppervlak, inclusief de oceanen, heb je geen dekking van landgebonden draadloze netwerken.”
Zuinige modems
Veel research van Hiber zit niet alleen in de bouw van compacte satellieten, maar ook in de benodigde modems. Deze zijn uiterst zuinig met energie waardoor batterijen het tot 10 jaar uitzingen. Ook aan de transmissietechnologie is flink gesleuteld, zegt Van Dalen: “We hebben zelf het modem ontwikkeld dat het pakketje verstuurd naar de satelliet. Dit modem weet wanneer de satelliet ongeveer overkomt op basis van een voorspellend algoritme. Dit algoritme werkt op basis van gps-coördinaten en de tijd.”
Het Hiber-modem, dat gekoppeld is aan bijvoorbeeld een temperatuursensor, wacht geduldig op een broadcastsignaal van een overkomende satelliet. Op het juiste moment verstuurt het modem zijn data. Een pakketje kan tot 144 bytes bevatten, voor veel IoT-toepassingen voldoende.
Van Dalen vertelt dat de frequentie van de uploadmogelijkheden richting de satelliet omhoog zal gaan: “Momenteel kun je één pakketje data per dag versturen, maar dat moet naar minimaal eenmaal per uur of zelfs per kwartier gaan. De satelliet neemt de ontvangen data mee en schiet deze op het juiste moment weer naar een grondstation. Vervolgens gaan de gegevens door naar de back-end, waar klanten de data kunnen ophalen om er iets mee doen.”
Commerciële IoT-diensten
De onderneming, sinds 2016 actief, is mogelijk geworden door geld dat investeerders in Hiber staken. Inmiddels werken er veertig man bij Hiber en er zijn ook al business developers actief in de VS en Azië. Daarmee worden de eerste stappen gezet in het commercieel aanbieden van IoT-diensten, zegt Van Dalen: “Daarmee worden de eerste stappen gezet in het commercieel aanbieden van IoT-diensten, zegt Van Dalen: “We hebben veel pilotklanten die zich gecommit hebben, waaronder een paar grote namen uit de industrie.”
Dankzij relatief goedkope nanosatellieten zijn er wel kapers op de kust verschenen. Zo is er Astrocast, een bedrijf waar Airbus achter zit, terwijl Myriota in handen is van Boeing. “Dat zijn grote namen, maar wij zijn wel de eerste”, zegt Van Dalen trots. “Wij hebben satellieten in de lucht, dat hebben de anderen nog niet.” Als hij voorzichtig naar de toekomst kijkt is hij bovendien optimistisch gestemd: “We hopen over vijf jaar overal ter wereld op kwartierbasis data te kunnen laten ontvangen, misschien wel bidirectioneel. En dan gaat het om miljoenen apparaten.”
De lezing van Rutger van Dalen is gratis te bezoeken tijdens het Industrial Ethernet Event. U kunt zich kosteloos registreren.