De afgelopen maanden is waterstof voortdurend in het nieuws geweest. Eurocommissaris Frans Timmermans presenteerde de Europese waterstofstrategie, waarbij waterstof als energiedrager een cruciale rol moet gaan spelen in het halen van de klimaatdoelen. Wat zijn nu precies de Europese plannen en wat valt op?
De Europese Commissie (EC) heeft een plan opgesteld voor een klimaatneutraal Europa in 2050. Hierbij spelen waterstof en duurzaam opgewekte elektriciteit een cruciale rol. Zo is het doel om in 2024 de productiecapaciteit van waterstof te verzesvoudigden. Waterstof moet in ieder geval binnen tien jaar tijd een geïntrigeerd onderdeel worden van het Europese energiesysteem.
Dit is een grote ambitie want op dit moment is waterstof maar twee procent van de totale energiemix. Uiteindelijk moet dit percentage in 2050 groeien naar veertien procent. Voor deze plannen heeft de EC de komende vier jaar in ieder geval vijf tot negen miljard euro nodig. Deze kosten lopen exponentieel op, want tegen 2030 wordt geschat dat er ongeveer veertig miljard euro aan investeringen benodigd is. Hiermee hoopt de Commissie dat er jaarlijks negentig miljoen ton minder CO2 de lucht ingaat.
In de Europese plannen wordt ook meermaals Groningen genoemd. Dit omdat de regio zich tegenwoordig positioneert als ‘waterstofvallei’ ofwel waterstofcluster. De EU zou ook graag zien dat de creatie van dit type clusters elders in Europa wordt opgezet. Binnen Nederland kan bijvoorbeeld ook Rotterdam een soortgelijke positie als Groningen kunnen innemen in de toekomstige Europese waterstofmarkt.
De verschillende kleuren van waterstof
Er zijn echter ook critici. Zo is waterstof een zogeheten ‘energiedrager’ en dat houdt in dat er altijd een andere energiebron benodigd is voor het opwekken ervan. In de Europese plannen wordt ingezet op de creatie van groene waterstof. Dit wordt zo genoemd omdat de energiedrager wordt opgewekt door zon- en windenergie. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat dit qua schaalbaarheid en kostenneutraliteit nog in de kinderschoenen staat.
Waar groene waterstof nog erg duur is, worden wellicht andere kleuren waterstof interessanter. Zo is er ook blauwe waterstof, die wordt vervaardigd op basis van aardgas maar waarbij de CO2 wordt afgevangen en opgeslagen. Ook is er grijze waterstof uit fossiele bron met toename van broeikasgassen in de atmosfeer. Qua kosten moet bij de groene variant gedacht worden aan 2,50 tot 5,50 euro/kg, terwijl dit bij grijze waterstof 1,50 tot 1,70 euro/kg is.
Om de omslag te maken naar groene waterstof is er nog een grote stap te maken. Niet alleen qua investeringen, maar ook op het gebied van techniek en schaalbaarheid. Hoe gaan we de groene variant produceren en dit kostenrendabeler maken? Hebben we niet de andere varianten nodig om de transitie te maken?
Op deze vragen zal de Commissie en de industrie binnenkort antwoorden moeten formuleren. FHI houdt de ontwikkelingen in de waterstofmarkt in de gaten en zal daar in de toekomst over blijven berichten. Zie voor onze overige berichtgeving de website. Voor verdere vragen over de strategie is er ook de website van de EC.