Schoktesten – Wat is het en waar wordt het gebruikt?
Schoktesten betreft het aanbrengen van schokken op een testobject. Deze zijn over het algemeen ½ sinus versnellingspulsen (hoewel andere vormen zoals zaagtand en rechthoek ook gebruikt worden) van een voorgeschreven amplitude en tijdsduur (b.v. 1 ms 1000 g). Deze pulsen zijn bedoeld om een val of botsing tijdens transport of gebruik van onverpakte producten na te bootsen. Voor veel producten (b.v. een harde schijf) is het van belang of het product tijdens de test in functionerende toestand is (“operational”) of niet (“non-operational”).
De tafel met testobject valt naar beneden langs de geleidingen en botst op het (zware) frame. Door de keuze van valhoogte en de twee (verwisselbare) botsoppervlakken (een aan de onderkant van de tafel en een op het frame) kan de amplitude en pulsduur van de schok ingesteld worden. Het verloop van de versnelling in de tijd wordt gemeten met de versnellingssensor.