De toekomst begint nu
Op 9 februari 2017 hield FHI de jaarlijkse PPA-dag (Productie Proces Automatisering) in Hart van Holland in Nijkerk. Dit keer topics: data en Life Cycle Management. Van praktijkvoorbeelden tot aan de discussie tussen gebruiker en leverancier. Een vruchtbare en hoopvolle dag dus.
Joukje Keuning van Vitens mocht met haar presentatie starten. Water, daar hebben we allemaal mee te maken. Dan kunt u ongeveer bedenken hoeveel stakeholders een Vitens heeft. Hun enige zorg is zuiver water leveren. Maar zo eenvoudig is het natuurlijk niet. Naast procesautomatisering spelen de medewerker en de klant een cruciale rol. De eerste als belangrijke schakel in betrouwbare levering en de klant moet goed geïnformeerd worden over het reilen en zeilen om miscommunicatie en daarmee gepaard gaand slecht imago te voorkomen. Sturen op kwantiteit, druk en kwaliteit dus. En daarvoor is data science onontbeerlijk. Keuning legde uit hoe Vitens daarop acteert.
Gigant als voorbeeld
Als tweede deed Dick van Hees van ASML zijn verhaal. “We maken niets zelf, we ontvangen diverse onderdelen en zetten die in elkaar tot een geheel. Maar als je bedenkt dat een machine van ons al snel een miljoen(en) kost, dan begrijp je dat reliability een groot item is. Bij de ontwikkeling is nog alles vloeibaar maar daarna wordt het in beton gegoten. Wanneer ben je dan klaar? Hoe vaak mag een onderdeel falen?”
De nieuwste ASML-machine werd half maart 2017 na 15 jaar ontwikkelen voor 110 miljoen aan de nieuwe eigenaar geleverd.
Alles draait om inzicht en leren van fouten hield Van Hees de zaal voor. “Je moet de kwaliteit die je denkt te gaan halen, goed onderbouwen en falen voorspellen. Daarvoor heb je de hele keten nodig. Wij hangen dan ook sterk aan ESI (Early Supplier Involvement). Dat scheelt kosten en productietijd en maakt het geheel beter uitvoerbaar.”
Omdat zo’n machine uit heel veel onderdelen bestaat, een complexe zaak. Maar van Hees vertelde trots dat ASML al zo ver is dat de kwaliteit van een onderdeel kan worden voorspeld met leveranciersbekwaamheid. De zaal was onder de indruk en hoewel het voor de meeste bezoekers nog wel erg ver van hun bed is toch heel leerzaam.
Voorspellen
Vervolgens ging de PPA-dag verder in modules waarbij de bezoekers konden kiezen uit onderwerpen rondom communicatie zoals netwerken en sensoren, data-overdracht en monitoring.
Zo zette Guido König van Samson alle trends die kleppenleveranciers momenteel signaleren nog eens op een rij: flexibiliteit in aantallen maar ook in productiesnelheden, veiligheid en plantefficiency. “Startten we ooit met mechanisch, langzaam beweegt het zich van elektrisch naar field device level en dus volledig digitaal en auto-kalibratie. Daar zit nu de toegevoegde waarde. En hoewel zelfs diagnostiek is geïntegreerd, hebben we het ultieme doel nog niet bereikt. 70 procent van de running plants is op dit moment goed connected. Maar er valt nog meer te halen uit ‘juiste informatie op het juiste moment op de plaats waar hij hoort’.”
Aansluitend liet Stefan Pluis van ICT Group zien hoe zij Smart Model Predictive Control (sMPC) hanteren om technologische ontwikkelingen te voorspellen. “De olie- en gasindustrie werkt hier al heel lang mee.” Hij gaf het voorbeeld van de extruder, Regeltechnisch een uitdaging. Maar met de continue leermogelijkheid op basis van het model en door de OPC-basis onafhankelijk van PLC, Scada of DCS-laag. Typische voorbeelden van sMPC-gebruik: processen waar veel productiestilstand is door wachten op labuitslagen of waar diverse parameters elkaar substantieel beïnvloeden.
Leermoment
Henk Geurts van Hirschmann beschreef de ontwikkelingen in PA door zijn DAF uit de jaren zestig te vergelijken met een auto uit deze tijd. “Welke handige snufjes heeft de moderne auto… waarvan u het bestaan niet eens weet. Denk aan het benzinelampje dat de bestuurder zelfs verraadt aan welke kant de tankdop zit. Een ‘gadget’ die menigeen onbekend is.”
Zijn pleidooi: Kiss oftewel keep it stupid simpel. Bekijk uw plant met de ogen van een hacker. “Basisregel is dat wie er ook inlogt, er altijd iemand het signaleert. Of doordat diegene toegang moet vragen en krijgen, of doordat er allemaal alarmbellen afgaan. De gebruiker hoeft zich niet bang te laten maken maar omdat voorkomen nou eenmaal beter is dan genezen, is een plan van aanpak en in ieder geval bewustwording noodzaak.”
Jan-Mark Vink van Ascom liet aan de hand van voorbeelden zien hoe ver de zorg al is met de juiste informatie, op het juiste moment bij de juiste persoon. Zoals in het Erasmus in Rotterdam waar ze bezig zijn alle patiëntinformatie, privacy-technisch heel gevoelig, direct aan het bed te krijgen, via COW oftewel computer on wheels. “Het gevaar van alarmmoeheid kun je elimineren door prioriteren.”
Op zijn vraag aan de zaal hoe ver de procesindustrie is, kwamen er wat schuchtere reacties. “Maar als die operator, vaak op leeftijd, een smartphone kan bedienen, waar zit dan het probleem?”
Vervolg LCM
Vervolgens togen alle bezoekers terug naar de hoofdzaal waar een afsluitende discussie over Life Cycle Management plaatsvond (zie ook Fluids Processing nr. 1 2017 pagina 28 en 29). Vanuit gebruikers en leveranciers werden eerst problemen over en weer besproken. Van ‘gooi die zooi maar weg’ tot aan business cases en personeel opnieuw trainen. ‘Stopt gedwongen vervanging een keer? Als we zo doorgaan, gaat het niet werken.’
Het spanningsveld blijft maar door het verhaal beter te vertellen, kunnen partijen begrip voor elkaar opbrengen. ‘Ik hoor een open discussie ontstaan’, sprak een deelnemer hoopvol bij het weggaan.
Artikel Fluids Processing
Christien Nuboer