FHI organiseert bijna jaarlijks de goed bezochte PPA-dag (12 februari te Soesterberg) met een goed technisch niveau. Het succes van onze procesindustrie is mede te danken aan het werk van onze technische universiteiten. Shell is nog steeds zeer te spreken over de samenwerking met de TUD, met name de vakgroepen chemische techniek. Nederland heeft veel procesindustrie in de chemische techniek (olie-industrie) en de voedingsmiddelen industrie; beide van goede kwaliteit.
Vroeger gebruikten we bij olieraffinaderijen grote reactoren (ofwel fornuizen), met als input ruwe olie (soort afhankelijk van de markt) en output brandstoffen als benzine, HBO1 en diverse smeermiddelen. Zo’n reactor werd 24h/dag bediend voor een operator. Zo langzamerhand is zo’n proces geautomatiseerd met behulp van goede regelmodellen en diverse sensoren. De volgende stap was een kleinere reactor. Het ontwerp van reactoren gebeurde in fasen: heel klein op bijvoorbeeld de TU, wat groter op een speciale plant, waarvoor onder andere het Havenbedrijf van Rotterdam faciliteiten verleende en daarna op een olieraffinaderij. Bedenk: een nieuwe reactor wordt in fasen ontworpen van klein via middelgroot naar groot. Bij de voedingsmiddelenindustrie vonden soortgelijke ontwikkelingen plaats. Reactoren functioneren op dit moment goed en geautomatiseerd. Nu willen we een chemische fabriek in zijn geheel automatiseren: van invoer van ruwe materialen naar de afvoer van eindproducten. Ook dat moet met zorg en in fasen gebeuren. Grote ondernemingen kunnen wel gebruik maken van ervaringen van andere plants.
Deze studiedag begon met informatie over processen, waarbij de betreffende bedrijven als regel samenwerken met de TUD, TUE, de universiteit Wageningen. De multinationals Trespa en Friesland Campina gaven een overzicht van hun processen en het beheer van hun plants. De tweede fase van de studiedag was de presentatie van kundige bedrijven, die een hele proces plant met besturing konden equiperen. Gezien de marktvraag zijn dat een aantal bedrijven, die goede referenties hebben. Toveren kunnen ze niet. Dus ze moeten de tijd krijgen om een plant te equiperen en te testen. Afgesloten werd door een toekomstvisie van de TUE.
Samenvatting
Nederland heeft veel procesindustrie zowel in de chemische industrie (olieraffinaderijen) als wel in de voedingsmiddelenindustrie. Inmiddels zijn we met behulp van modellen in staat de goede procesregelingen te maken en zo’n plant als geheel goed te automatiseren. De toegevoerde producten veranderen evenals de eisen, die gesteld worden aan de gereed gekomen producten. Daar komen milieu- en energie-eisen bij. In de toekomst zullen de processen nog beter geregeld en geautomatiseerd worden.
Bron: Elpec Info digitaal – nr. 21 – mei 2015