De energietransitie is in volle gang en vraagt om de nodige expertise. Deze kennis is vaak verspreid over verschillende disciplines en dat kan voor een uitdaging zorgen. Om tot oplossingen te komen, is samenwerking essentieel. Lector Kees Pieters van Hogeschool Dirksen pleit voor het verbreden van kennis in opleidingsinstituten. Door meerdere expertises samen te laten komen in het studieaanbod is de student van de toekomst breder georiënteerd.
Langzamerhand is in de samenleving steeds vaker te zien dat problemen zich minder aan één bepaald specialisme houden. Dat zorgt ervoor dat er meer gedwongen samenwerkingen ontstaan. De coronacrisis is daar een mooi voorbeeld van. COVID-19 dwingt experts met elkaar samen te werken. De expertise van medici volstaat niet om dit probleem om te lossen, omdat de pandemie veel groter is dan de gezondheidszorg. Ook de economie bijvoorbeeld wordt erdoor geraakt. Een econoom gaat niet over de effecten van het virus op de gezondheid, terwijl medici weinig kunnen zeggen over de gevolgen van de pandemie voor de economie. Mensen zijn niet opgeleid voor meerdere taken die zo ver uit elkaar liggen. Voor de energietransitie geldt dit net zo.
Een expert op het gebied van zonnepanelen zal moeite hebben met vragen over windenergie. Dat is immers een heel andere tak van sport en vraagt om een ander kennisniveau. Het is raadzaam om in technische opleidingen meerdere expertises op te nemen, zodat het kennisniveau verhoogd wordt. Het is aan opleidingsinstituten om verder te kijken dan een enkel specialisme. Door meerdere expertises te combineren, worden studenten beter voorbereid op toekomstige uitdagingen. Systeemleer is hier een goed voorbeeld van. Door systeemleer leer je op een hoger abstractieniveau naar technische systemen kijken. Daardoor leer je de overeenkomsten tussen deze systemen zien. Elektrotechniek, pneumatiek, hydrauliek en thermodynamica blijken dan overeenkomsten te hebben die met dezelfde wiskunde aangepakt kan worden.
Hiërarchie
Het combineren van meerdere expertises is een mooi startpunt, maar dat betekent wel dat er animo voor het vakgebied moet zijn. Het gegeven dat weinig mensen voor een loopbaan in de techniek kiezen, zegt veel. Het is aan de sector om te kijken hoe het lesaanbod zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt kan worden. Een punt waar veel technici tegenaan lopen is dat het lastig is om inhoudelijk carrière te maken in deze branche, omdat technici tegen een soort plafond lijken aan te lopen. Hoe hoger in de hiërarchie hoe minder vakkennis. Leidinggevenden beschikken vaak over minder technische kennis dan de medewerkers en dat kan voor moeilijkheden zorgen.
Ook pioniers hebben het vaak moeilijk, omdat hun ideeën niet begrepen worden door hun leidinggevenden. Maar door pioniers de ruimte te geven, ontstaan nieuwe ideeën die goed zijn voor de toekomst. Zulke innovaties ontstaan door mensen die dankzij hun achtergrond durven te experimenteren. Opleiders moeten experimenteerdrift stimuleren en verschillende expertises combineren. Daarvoor is geld nodig en dat betekent dat investeringen noodzakelijk zijn. Voor deze pioniers geldt dat ze vaak de samenwerking opzoeken met andere experts om gezamenlijk tot nieuwe inzichten te komen.
Slimme afstemming
De energietransitie vraagt om intensieve samenwerkingsverbanden. Zonnepanelen, windparken, warmtepompen en waterstof versterken elkaar en kunnen gezamenlijk voor grote energiebesparingen zorgen. Deze verschillende systemen integreren langzaamaan met elkaar en beïnvloeden elkaar. Als zonnepanelen en windparken samenkomen, moet dat goed gefaciliteerd worden en is een slimme afstemming nodig. Er moet onderzoek naar gedaan worden, zodat mogelijke problemen op voorhand getackeld kunnen worden. Opleidingsinstituten kunnen hier een grote rol in spelen. Het begint met individuele installaties waarmee consumenten kunnen besparen, als deze systemen naar behoren werken kan de kennis verder opgestuwd worden tot het een meer abstract niveau bereikt. Het begint met individuele installaties waarmee consumenten kunnen besparen. Deze systemen worden op hun beurt weer opgenomen in grotere netwerken (grids) wat kennis op een hoger abstractieniveau vereist. Zo is inmiddels bekend dat op dit niveau het weer een grote invloed heeft. Op dit level ontstaan nieuwe ideeën. Het onderwijs moet hier op inspelen. De implementatie van Internet of Things (IoT) is hier een mooi voorbeeld van, omdat deze toepassing netwerken en samenwerkingsverbanden vereenvoudigt en faciliteert.
Informatietechnologie gaat steeds belangrijker worden voor opleiders. Probleemgestuurd onderwijs is de laatste tien tot vijftien jaar steeds groter geworden. Daardoor is het vak interessanter geworden voor veel studenten. Door problemen voor te leggen die met technisch inzicht opgelost kunnen worden, wordt de creativiteit van studenten aangeboord. Zo zijn er wereldwijd steeds meer zogenaamde Fabrication Laboratories (FabLabs, ook wel Fabulous Labs genoemd), zoals het StadsLab in Rotterdam, waar op laagdrempelige manier technische problemen aan studenten worden voorgelegd. Voordeel van deze laagdrempelige werkplaatsen is dat het mensen prikkelt. Een aandachtspunt is wel dat er op een gegeven moment een professionaliseringsslag moet komen, zodat de hobbymatige, vaak recept gestuurdeaanpak dat in deze FabLabs wordt gestimuleerd, het niveau krijgt dat je van een techniekprofessional mag verwachten.