Het verminderen van CO2-uitstoot in kabelproductie met het Pastel B-proces.
Duidelijke draadidentificatie met verschillende kleuren is essentieel voor de snelle en veilige verbinding van kabels en draden. Echter hebben conventionele markeermethoden ook nadelen, zoals milieuvriendelijkheid, bijvoorbeeld. "Pastel B" is een alternatieve methode voor het markeren van draadparen op een meer efficiënte, lage CO2 en duurzame manier.
Een potentieel toepassingsgebied voor de nieuwe markeermethode is viertwist datakabels, zoals die worden gebruikt in Ethernet-bekabeling. In deze kabels heeft elk paar draden een A- en een B-draad, die zijn gecodeerd met kleuren voor eenvoudige identificatie. De kleuren zijn gestandaardiseerd en gedefinieerd als volgt:
- groen / groen-wit
- oranje / oranje-wit
- blauw / blauw-wit
- bruin / bruin-wit
Een bestaande methode voor het markeren van tweekleurige kernen is het toevoegen van een in de lengterichting geëxtrudeerde gekleurde streep, aan de witte aderisolatie.
De oudste methode voor het markeren van tweekleurige kernen wordt ringmarkering genoemd. Hierbij worden ringen van de juiste kleur op de bestaande witte kernisolatie gespoten met behulp van een verfspuitpistool. Echter is het proces niet erg efficiënt: Zoals bij elk verfproces belandt niet 100 procent van de verf op de kern, wat resulteert in een verhoogd materiaalverbruik en CO2-uitstoot. De oplosmiddelen in de verf kunnen ook onaangename geuren veroorzaken en, indien onvoldoende afgezogen, een gezondheidsrisico vormen. Bovendien hechten sommige materialen niet goed aan de verf, wat de kabelassemblage bemoeilijkt en tijdrovender maakt.
In de toekomst kan echter een alternatief proces helpen om draadmarkering, en daarmee het gehele kabelproductieproces, meer hulpbron- en energie-efficiënt en over het algemeen milieuvriendelijker te maken. Het zogenaamde "Pastel B"-proces markeert een witte B-kern niet met een gekleurde streep of ring, maar de gehele kernisolatie wordt geproduceerd in een kleur die overeenkomt met de A-kern, maar aanzienlijk lichter is. Bijvoorbeeld, de kernparen zijn licht en donkergroen of licht en donkerblauw, en kunnen duidelijk worden onderscheiden.
De voordelen van het Pastel B-proces: Er worden geen vernissen of oplosmiddelen gebruikt, wat betekent dat er geen chemicaliën in het milieu vrijkomen tijdens de toepassing. Het proces kan worden uitgevoerd op standaard extruders met een kleureninvoer, zonder dat er een extra streep-extruder nodig is. Dit vermindert zowel de investeringskosten als het energieverbruik. Prognoses hebben aangetoond dat het gebruik van Pastel B de CO2-uitstoot met ongeveer 15 procent kan verminderen, of ongeveer 20 ton per jaar voor een gemiddelde kabelfabriek. Het vermindert ook het aantal gereedschappen dat moet worden opgeslagen en onderhouden. De markering is duidelijk, permanent en kan niet worden weggeveegd. Dit betekent dat aan alle vereisten voor nauwkeurige draadmarkering wordt voldaan, met aanzienlijke voordelen op het gebied van kosten en duurzaamheid.
In het "Pastel B"-proces wordt de gehele aderisolatie geproduceerd in een kleur die overeenkomt met de A-ader, maar aanzienlijk lichter is.
Er is ook niets in de normen IEC 11801-1, EN50288-7, ANSI TIA/EIA 568 en IEC 60304 voor kabelproductie dat het gebruik van het Pastel B-proces voorkomt. Er zijn echter andere redenen waarom het nog niet in gebruik is: ten eerste zijn gebruikers al lang gewend aan conventionele markeermethoden, en ten tweede willen klanten consistente markering, wat de overgang waarschijnlijk vertraagt.
Een succesvolle introductie kan worden versneld als Pastel B wordt opgenomen in standaardisatie en als nationale en internationale commissies en verenigingen zoals ZVEI en Europa Cable meer betrokken raken bij het proces. Een toenemende vraag van klanten zou ook helpen om fabrikanten te overtuigen en de standaardisatie van het nieuwe proces te bevorderen. In ieder geval ziet HELUKABEL veel potentieel in Pastel B draadmarkering en is technisch in staat om het zonder problemen te implementeren en aan te bieden op haar productielocaties.