Technologische innovaties als het Internet of Things (IoT) hebben op vrijwel elke branche een impact. Zo ook op de branche Gebouw Automatisering, onderdeel van FHI. Willem van Raalte, voorzitter van de federatie van technologiebranches, vertelt over de kansen en uitdagingen in deze relatief behoudende branche.
Door: Dimitri Reijerman
IoT koppelt basistechnologieën als sensoren en actuatoren aan via internet aangestuurde processen. Bij de ontwikkeling van slimme gebouwen, die weer onderdeel kunnen vormen van smart cities, speelt IoT een hoofdrol, zegt Van Raalte: “Wanneer je naar het gehele IoT-gebeuren kijkt, is dat van eminent belang voor de branche gebouw automatisering. Het vormt de verbinding tussen de technieken en gebouw automatisering als geheel. Het wordt ook wel industrie 4.0 genoemd, vooral gedreven door de Duitse industrie. Zij promoten IoT voor de industrie, maar je ziet het al terug in witgoed, bruingoed maar ook in de eerste gebouwen.”
Ondanks de beloftes van IoT, beschouwt de FHI-voorzitter de komst van verbonden embedded systemen als een min of meer natuurlijke ontwikkeling: “Het is meer een evolutie dan een revolutie”, zegt Van Raalte. “Want de revolutie heeft al veel eerder plaatsgevonden: de totale automatisering en de opkomst van smartphones. Elf jaar geleden hadden we dat ding niet nodig, Toen zei iedereen dat Steve Jobs niet goed bij zijn hoofd was met zijn iPhone. Dat is nog maar elf jaar geleden.”
Conservatieve markt
Er zijn inmiddels tal van bedrijven die investeren in IoT-ontwikkeling, maar de implementatie binnen de branche Gebouw Automatisering gaat traag. Van Raalte: “Als je Gebouw Automatisering an sich bekijkt, gaat dat betrekkelijk langzaam. Het is een conservatief opererende markt. Een ander issue is split interests. De opdrachtgever is vaak iemand anders dan de eindgebruiker, en staat ook weer los van de aannemer. Het is een gestapelde keten: je hebt een aannemer, daaronder een onderaannemer en nog een onderaannemer. Uiteindelijk wordt de elektricien of installateur uitgeknepen, want iedereen wil een bepaalde marge maken. Dit heeft uiteindelijk tot gevolg dat IoT-apparatuur te duur wordt. Hierdoor worden de voordelen van slimme gebouwen niet meer gezien.”
Deze houding vraagt om een geheel andere benadering binnen de branche, denkt Van Raalte: “Die hele mind set moet om. Je moet veel meer vanuit de eindgebruiker kijken. Hij ziet direct de voordelen van het inzetten van IoT in slimme gebouwen, zoals in/uitschakelende verlichting. Een rol van de branche Gebouw Automatisering ligt dan ook in het anders krijgen van die mindset.”
Hij vervolgt: “We zouden als FHI een rol kunnen spelen, via seminars, workshops en themadagen. Zorg dat de keten bij elkaar komt en dat zij met elkaar gaan spreken. Je kunt het alleen oplossen met een ketendiscussie. Zo maak je inzichtelijk hoe je met een investering van pak ‘m beet 10 procent een gebouw slimmer kan maken en je ook nog impact kan hebben op de verduurzaming.”
Belang voor asset managers
Maar ook asset managers moeten meedoen en het belang zien in het formuleren van een gezamenlijke boodschap, zegt Van Raalte: “Voor hen is ook van belang dat een gebouw slim en duurzaam is. Het is een andere verdeling en een andere manier van kijken.”
Breder kijkende naar FHI, waar in totaal vijf branches actief zijn, ziet de federatievoorzitter ook veel kansen op kruisbestuivingen met de andere branches: “Gebouw Automatisering kan veel leren van de andere branches, met name industriële elektronica. Daar worden veel IoT-producten geproduceerd. Voor industriële automatisering geldt hetzelfde, omdat deze leden vaak opdrachtgever zijn. En in de labwereld kun je bijvoorbeeld denken aan grote afzuiginstallaties, waarin veel lucht wordt verplaatst. Bij de bouw van zo’n lab kun je met IoT veel energie besparen.”
Al met al ziet Van Raalte veel groeikansen voor de jonge Gebouw Automatisering-branche, al kleven er ook wel degelijk problemen aan IoT-technologie: “GA heeft een gouden toekomst voor zich, het staat nog echt in de kinderschoenen. We begonnen met verlichting, slimme koelkasten, Google Nest-thermostaten en deurbellen. Wat nog wel onderbelicht wordt is de veiligheid van IoT-apparatuur. Hoe gemakkelijk er ingebroken kan worden. Daar heeft FHI een belangrijke rol te spelen, in de bewustwording over cyber security. Maar daar ligt ook een rol voor alle brancheverenigingen in Nederland. Dat is in het nationaal belang. We moeten dit probleem onder controle krijgen.”