De Hogeschool van Amsterdam (HvA) testte de voedingen van laptops in opdracht van FHI en de Nederlandse EMC-ESD vereniging aan de hand van EMC-richtlijn. Doel van deze tests was om te onderzoeken of er verschillen waren tussen reguliere Europese A-merken en goedkopere Aziatische B-merken. Was er bij bepaalde modellen sprake van storing of ruis en konden er mogelijk gevaarlijke situaties ontstaan? Hoewel alle geteste opladers aan de CE-keur en NEN-EN-55022 voldeden, waren er zeker verschillen op te merken.
Door Frank van de Ven
De geteste voedingen uit Europa werden besteld bij grote online retailers zoals Bol.com en Coolblue. Laders uit Azië kwamen van AliExpress. Volgens de verpakking voldeden alle producten aan de eisen van het CE-keurmerk. FHI en de EMC-ESD vereniging vroegen zich af of dat wel het geval was gezien de prijsstelling. In samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam werd er onderzoek gedaan om te kijken wat de grootste (kwaliteits)verschillen waren.
Studenten Boris van Wessel en Youness Azoubairi gingen onder leiding van docent dr. ing. Cees Keyer aan de slag met dit onderzoek. Doel van deze studie was om mensen bewust te maken van EMC problemen die kunnen ontstaan bij een product die niet voldoet aan de richtlijnen, aandacht voor het EMC vakgebied te genereren en level playing field . Producten uit Azië zijn vaak goedkoper dan Europese goederen, maar hoe is de geleverde kwaliteit eigenlijk? Het onderzoek wees geen al te grote verschillen in kwaliteit uit al bleek dat de Aziatische voedingen meer ruis en storing te veroorzaken. Ook kwam een bestelling beschadigd aan en is er geen sprake van garantie. Het retourneren van een pakketje naar China kost meer dan een nieuw Europees product kopen.
Merkbaar verschil
Voor de test zijn vier universele opladers gebruikt met een vermogen tussen de 60 en 65 Watt bij een stroom van 3 tot 3,25 A. De geselecteerde laders zijn op basis van hun populariteit gekozen. Voor de test is gebruik gemaakt van de Safe Mains Voltage Monitor. Dit systeem werd ontwikkeld om veilig de stroom te meten die door de lader werd getrokken met behulp van een stroomklem. Om ervoor te zorgen dat alle laders werden blootgesteld aan dezelfde vermogensbehoeften, gebruikte men een elektronische belasting tijdens de metingen. Een sonde meette de minimale en maximale uitgangsspanning van de laders.
Bij het voorbereiden van de laders voor de metingen ontdekte het team een merkbaar verschil in gewicht tussen de Aziatische en Europese opladers. De Aziatische laders wogen aanzienlijk minder dan de Europese systemen. Zowel de geïmporteerde als de Europese laders hebben een lichtnetspectrum dat nooit de Quasi-piekgrenzen van de NEN EN-55022 overschreed. Alle geteste apparatuur voldeed aan de EMC-normering.
Ruis op het stroomnet
Tussen de twee geteste Europese opladers waren minimale verschillen te bespeuren qua stroomverbruik. Dat gold niet voor de Aziatische modellen, want daar waren grotere verschillen te zien tussen de minimum en maximum uitgangsspanning. Niet alleen onderling waren grote verschillen waarneembaar. In vergelijking met de Europese opladers was de uitgangsspanning van de Aziatische systemen zeer groot.
De grote verschillen tussen minimale en maximale outputspanningen zijn een aandachtspunt voor de Aziatische laders. Alle gemeten opladers voldoen aan de NEN-EN-55022 eisen. Wel zijn er verschillen op te merken tussen de hoeveelheid geluid en de opgewekte spanningen. De kwaliteit van de Aziatische opladers met betrekking tot de EMC-emissies zijn afhankelijk van het model. Tussen de modellen is een groot verschil in ruis gemeten op het stroomnet. Voor de Europese laders geldt dit niet en de kwaliteit van de geteste systemen ligt heel dichtbij elkaar.
De uitkomsten van het onderzoek zijn gebundeld in een whitepaper. Dat document is bedoeld om mensen bewust te maken van het belang van het EMC vakgebied. De uitkomsten van het onderzoek bespreekt men in een exclusieve lunchsessie voor de Nederlandse EMC-ESD vereniging. Later verschijnen er ook video’s waarin de studie aan bod komt. Mogelijk staat een vervolgonderzoek op de planning waarin het vergroten van het bewustzijn en een fair level playing field centraal staan.