Nog geen twee jaar geleden won het studententeam van Rapidemic de prestigieuze iGEM-wedstrijd met hun innovatieve testkit voor het snel opsporen van infectieziekten. Inmiddels werkt de start-up hard aan de eerste prototypes. Wij spraken met Violette Defourt, onderzoeker en mede-oprichter van Rapidemic over de stand van zaken. Tijdens het Life Science Event zal zij een lezing geven over het project.
Door: Dimitri Reijerman
De Rapidemic-test richt zich op het DNA of RNA (nucleďnezuren)-materiaal van de ziekteverwekker, zo legt Defourt uit: “Wij werken aan een nieuwe detectiemethode voor nucleďnezuren, dus DNA en RNA. Het is een platformtechnologie die in theorie alles kan detecteren wat DNA of RNA bevat. Bij Rapidemic willen we deze technologie gebruiken om infectieziektes op te kunnen sporen, zowel virale, bacteriële als parasitaire infecties. Denk bijvoorbeeld aan influenza en malaria.”
Volgens de onderzoeker moet zo’n test ook buiten het lab inzetbaar zijn. Defourt: “Wij willen de voordelen van de betrouwbare PCR-testen combineren met de voordelen van snelle antigeen-testen. Bij Rapidemic willen we deze samenbrengen in een testkit van hoge kwaliteit die ook buiten het lab kan worden ingezet.”
Om de testkit succesvol te maken, gebruikt Rapidemic verschillende technieken, vertelt Defourt: “We maken gebruik van verschillende moleculaire technieken op basis van DNA. We passen drie reacties toe. De eerste is recombinase polymerase amplification, waarbij je heel veel kopieën van het DNA maakt op kamertemperatuur. Daarna gebruiken we speciale DNA-primers waarin een tweede reactie gebeurt. En als laatste stap laten we een oxidatiereactie plaatsvinden waarin een kleurverandering te zien is. Daarmee kun je door het kleursignaal uiteindelijk vaststellen of er een pathogeen aanwezig is.”
Doorontwikkeling
Na het winnen van de iGEM-wedstrijd is het Rapidemic-team, momenteel bestaande uit vier personen, druk in de weer om de testkits verder te ontwikkelen. Defourt legt uit wat de status is van het project: “Ons iGEM team heeft een wetenschappelijke achtergrond en samen hebben we deze technologie ontwikkeld. Nu zijn we op zoek naar een partij die dit alles in een kit kan samenbrengen. En de volgende stap die wij willen zetten is het testen op humaan materiaal. Zo kunnen we bijvoorbeeld op zoek gaan naar de sequenties van een tuberculose-genoom.”
Daarbij heeft de coronapandemie Rapidemic in de kaart gespeeld: “Voor Rapidemic heeft de coronacrisis een positieve invloed gehad”, zegt Defourt, “want het belang van goede diagnostiek kwam volop in de schijnwerpers te staan. We hadden het idee voor ons technologieconcept al voordat corona in Nederland kwam, maar een goede diagnostiek blijkt dus erg belangrijk. Zeker nu iedereen weet dat het tijd kost, tot wel jaren, om vaccins te ontwikkelen.”
Kostprijs
Maar ook het ontwikkelproces van testkits als die van Rapidemic is tijdrovend: “Ons ontwikkelproces is ook lang. Je moet eerst een proof of concept hebben. Vervolgens kan het wel één tot twee jaar duren tot er de eerste prototypes zijn. Daarna moet je aan de slag met verkoopkanalen, regulerende instanties en productieketens. Ook dat kan twee jaar duren. We hopen in 2025 met een eerste product op de markt te kunnen komen.”
Ze vervolgt: “Momenteel hebben we twee use-cases: humane respiratoire virussen, bijvoorbeeld influenza, en een aantal tropische ziektes, zoals knokkelkoorts of Tuberculose. Bij tropische ziektes is er een nog grotere behoefte aan tests waarvoor geen laboratorium nodig is.”
Het omlaag krijgen van de kostprijs is ook een uitdaging voor het team. Het streven is immers om de kits ook in ontwikkelingslanden en afgelegen gebieden inzetbaar te maken. De ontwikkeling van coronasneltests laten zien dat een lage kostprijs mogelijk is, zo zegt Defourt: “De lage prijzen voor coronatests zijn het gevolg van competitie en de enorme volumes. De ontwikkelkosten zijn enorm hoog en dat hoop je terug te verdienen. De kostprijs vinden we dus heel belangrijk.”
Rapidemic werkt ondertussen stug door aan de doorontwikkeling van het concept. En daarbij moeten nog de nodige hordes genomen worden, zo sluit de onderzoeker af: “In deze fase, vlak voor de prototypefase, hebben we vooral R&D-uitdagingen om onze technologie te optimaliseren. We proberen alles zo robuust, sensitief en selectief te maken, want dat zijn vereisten voor een test van hoge kwaliteit. We zijn bovendien nog op zoek naar partners, met mensen die bijvoorbeeld enzymen kunnen optimaliseren. Maar ook partijen die goed zijn in het ontwikkelen van hardware voor diagnostische instrumenten (medical devices).”
Meer weten? Volg de lezing van Violette Defourt tijdens het Life Science event op 5 april in Corpus Congrescentrum, Leiden.