De coronacrisis heeft tot heel wat bezinning geleid. In deze moeilijke tijd is dat een glanzende kant van de mensheid. In Azië, Europa en Amerika kregen wij opeens alle tijd om over ons eigen leven en de wereld om ons heen na te denken. Er werd meer buiten gesport. We kregen op een andere manier contact met elkaar. De luxe van het verleden werd duidelijk gemist en ik zag mensen op straat elkaar gewoon begroeten. Op sommige gebieden gingen we terug naar die hartelijkheid. Tegelijkertijd zagen we heel Nederland wc-papier hamsteren en een vechtmarkt voor mondkapjes ontstaan.
Voor FHI was het een ervaring op zich om gastheer te mogen zijn voor het Landelijk Consortium Hulpmiddelen. Begin maart werd het in de publiciteit pas duidelijk hoe snel de pandemie zich ook in Nederland aan het ontwikkelen was. De vraag naar persoonlijke beschermingsmiddelen schoot wereldwijd door het dak en de markt werd een speelplaats voor vage types. Allerlei ‘ondernemers’ konden medische middelen bieden, maar vrijwel niemand wist dan of het wel geleverd kon worden en van welke kwaliteit de geboden middelen zouden zijn. De roep om mondkapjes was zo groot dat er in het wilde weg bestellingen en betalingen werden gedaan.
Professionals in de zorg, verantwoordelijken in het ministerie van VWS en betrokken bedrijven vanuit de branche Medische Technologie realiseerden zich dat een sterke en effectieve samenwerking gewenst was. Vanaf 20 maart 2020 kwam het consortium bij FHI terecht en op 23 maart werd het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) officieel gestart. Zo kon een brede groep van professionals een neutrale en onbekende plek benutten om concreet een collectief doel te realiseren. Dat gemeenschappelijke doel was vanaf het begin voor iedereen duidelijk: de goede middelen op de goede plekken in de zorg krijgen, voor patiënten en personeel, zonder winstoogmerk.
Dat is een hels karwei. Om die context te begrijpen, probeer ik de situatie zo kort en duidelijk mogelijk te beschrijven.
De coronagolf zag iedereen aankomen en toch was menigeen verrast. De systemen in de zorg waren er niet op voorbereid en dus leken alle instanties voor zichzelf te moeten vechten om voldoende beschermingsmiddelen veilig te stellen. Wie maar wat te bieden leek te hebben, schoot een voorstel in de lucht. In de zorg zijn eisen aan de kwaliteit geen overbodige luxe. Dat betekende dat het werk complexer werd: voldoende middelen kunnen bestellen van een betrouwbare bron, die kwaliteit kan leveren en waarbij de fysieke distributie naar de gewenste plekken mogelijk wordt gemaakt. Als dat dan ook nog eens moet gebeuren met de juiste afstemming tussen vraag en aanbod, dan hebben we het over topsport in een specifieke markt. Leden uit de branche Medische Technologie, zorgprofessionals en verantwoordelijke mensen vanuit het ministerie van VWS zochten de toppers bij elkaar.
Die toppers kwamen dus vanaf 20 maart 2020 bij FHI. Zij haalden weer professionals erbij, die nodig werden geacht vanaf dat moment. In de eerste dagen liet ik mensen naar binnen, maar in een internationale vechtmarkt was dat niet houdbaar. Er kwam professionele beveiliging en de cyber security van de benodigde systemen werd op hoog niveau verzorgd.
De faciliteiten werden door FHI aangeboden om zo alle deskundigen binnen het LCH optimaal te faciliteren. Dat was hard nodig om de topsport in een paar weken tijd mogelijk te maken. Niet vast zitten in allerlei procedures of regels, maar dan toch dingen doen die conform de eisen van de kwaliteit verliepen. Een spannend evenwicht tussen actie en procescontrole.
De organisatievorm varieerde daarmee per dag of per week. De strijd tussen de doeners en de bureaucraten werd ook wel eens gevoeld, maar uiteindelijk viel alles op zijn plek door het gemeenschappelijk doel: goede spullen voor de zorg veiligstellen. Dat werd gevisualiseerd door kartonnen borden van verplegers met schorten om en mondkapjes op. Iedere keer weer zag je op de tribune van ons atrium het einddoel.
Het LCH-team moest door barrières van diverse disciplines (inkoop, trade, finance, logistiek en distributie) heen breken, om dat doel te bereiken. Allerlei sociale omgangsvormen werden aan de kant gegooid om zo de gewenste snelheid en flexibiliteit te bereiken. Om later in het proces de massa te faciliteren, was het juist weer heel prettig, dat er bureaucratische kwaliteiten en goede beschrijvingen van procedures werden benut. Kortom, de samenwerking van professionals wijzigde zichzelf continu om met elkaar gericht te blijven op het doel van volksgezondheid.
In die periode werd het ook steeds duidelijker dat de beurzen en events die FHI met leden en exposanten organiseert, verplaatst dienden te worden. Het leek erop of de bodem onder onze core business werd weggeslagen. Vanzelfsprekend zijn events en beurzen belangrijke activiteiten van FHI, maar de basis ligt in een sterke en intensieve samenwerking om vraag en aanbod op een goede manier te verenigen.
Leden die actief zijn in de branche Industriële Elektronica herkennen dit in een gadgetproject. Over de schaduwen van concurrentie kunnen in zo’n project vijftig bedrijven samenwerken, om een technisch interessant elektronica-gadget te verzamelen op de beursvloer. Dat wordt dan ook herkend door de markt. Dit is direct te vergelijken met de concrete resultaten in de samenwerking van het LCH.
Alle betrokkenen van het Landelijk Consortium Hulpmiddelen zijn daar ook trots op. De technische briefing aan de tweede kamer commissie op 30 april door Rob van der Kolk, coördinator van LCH, werd door het team gevolgd in het atrium. Hij gaf op een hele duidelijke manier aan wat in enkele weken was gerealiseerd en hoe sterk die kracht was voor de zorg. Zijn antwoorden op vragen van de commissieleden werden met applaus gesteund. Het LCH-team wist waar ze mee bezig was en dat er niet veel voorbeelden in de wereld zouden zijn die dit kunstje ook hadden geflikt.
Door de coronacrisis gaan we wereldwijd een moeilijke tijd tegemoet. Er gaan nieuwe ontwikkelingen in de zorg, de maatschappij en de economie komen. Die golven zien we aankomen en net als in maart 2020 zijn we er niet of onvoldoende op voorbereid. Het voorbeeld is gegeven. Door samenwerking komen we daar doorheen. Dat vraagt genoeg van mensen, maar het zal ook veel positieve energie opleveren.
Paul Petersen, directeur FHI