Ondernemersorganisaties MKB-Nederland en VNO-NCW waarschuwen bedrijven de aanstaande Brexit op 1 januari 2021 niet uit het oog te verliezen. Ondanks dat veel ondernemers druk bezig zijn met het opvangen van de gevolgen van de coronacrisis, is een goede voorbereiding noodzakelijk voor bedrijven die importeren en/of exporteren naar het Verenigd Koninkrijk.
Volgend jaar loopt de overgangsperiode af nadat het VK officieel de EU heeft verlaten. De huidige onderhandelingen tussen de EU en de Britten verlopen uiterst moeizaam en de kans is klein dat er een akkoord komt. “Dat betekent extra kosten en vertraging aan de grens”, zeggen MKB-Nederland en VNO-NCW. “De kosten zullen mogelijk een effect hebben op de marges in een keten en de vertraging zal effect hebben op just-in-time concepten in de keten. Ook de toepassing van de oorsprongsregels zal grote veranderingen ondergaan, tussen de EU en het VK en in de relatie met derde landen. Bedrijven moeten analyseren wat dat alles voor hen kan betekenen.”
De twee organisaties adviseren bedrijven om de zogeheten readiness notices van de EU te bestuderen. In deze documenten wordt per sector of branche de veranderingen opgesomd die het gevolg zijn van de Brexit. Ondernemingen die handel bedrijven met het VK kunnen zo nagaan of zij nog stappen moeten zeggen voordat de uittreding op 1 januari een feit is.
Vanuit het Verenigd Koninkrijk zijn er ook documenten online gepubliceerd die ondernemers moeten helpen op het gebied van de nieuwe douanesituatie, onder andere in het rapport The Border Operating Model. In Nederland heeft de douane ook informatie gebundeld over de douaneformaliteiten die vanaf 1 januari optreden.
VNO-NCW en MKB-Nederland geven ook een waarschuwing af: “Vanaf het begin van de onderhandelingen heeft de Europese Commissie een strikt standpunt ingenomen over de nadelen die Brexit met zich meebrengt. Kort gezegd komt dit erop neer dat er een groot verschil bestaat tussen de oude situatie waarin het VK lid was van de Interne Markt van de EU en de nieuwe situatie waarin dat niet het geval zal zijn. De EU zal die nadelen niet compenseren. Daarom moeten bedrijven zich tijdig en grondig voorbereiden. Wie dat niet doet moet de gevolgen zelf dragen. Ook lidstaten zullen niet mogen bijspringen want dat zou als staatssteun gelden. De Commissie meent dat er genoeg voorbereidingstijd is geweest.”